Rechtspraak
Uitspraakdatum
27-08-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:72
Zaaknummer
13-217NH
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Ongegronde klacht tegen eigen advocaat.
Uitspraak
Beslissing van 27 augustus 2013
in de zaak 13-217NH
naar aanleiding van de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland van 5 augustus 2013 met kenmerk td/md/12-011, door de raad ontvangen op 9 augustus 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
1.2 Klager heeft een geschil met zijn verhuurder. Wegens klachten over de leefbaarheid van zijn huurwoning heeft hij de betaling van de huur opgeschort, waarna de verhuurder o.a. de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning heeft gevorderd. De rechtbank heeft de gevorderde ontbinding en ontruiming toegewezen.
1.3 Verweerder heeft klager bijgestaan in de procedure tegen de verhuurder. Verweerder heeft het vonnis gezonden aan klager, alsmede het nadien (voor wat betreft zijn adres) gecorrigeerde vonnis. Het vonnis is, in opdracht van de verhuurder, ook aan klager betekend.
1.4 Klager heeft zijn klacht bij brief van 19 november 2012 ter kennis gebracht van de deken.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:
a) klagers belangen niet naar behoren heeft behartigd en slechts oog heeft gehad voor de belangen van de overheid, als klagers wederpartij;
b) stukken die klager hem heeft gezonden niet heeft doorgestuurd aan de rechtbank;
3 BEOORDELING
3.1 De klacht ziet op de wijze waarop verweerder als advocaat de belangen van klager heeft behartigd. Bij de beoordeling van dergelijke klachten staat voorop dat de advocaat bij de behandeling van de zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak van zaken de belangen van de cliënt het beste zijn gediend. Wel moet de advocaat de cliënt duidelijk maken hoe hij te werk wil gaan en waartoe hij wel of niet bereid is. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is in het algemeen pas sprake als de advocaat bij de behandeling van de zaak duidelijk onjuist optreedt en adviseert en bovendien de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Het handelen van verweerder zal aan de hand van deze maatstaf worden beoordeeld.
3.2 Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerder in strijd met de hiervoor genoemde maatstaf heeft gehandeld en evenmin dat verweerder niet de belangen van klager heeft behartigd maar veeleer die van de overheid. Klager heeft onvoldoende gesteld ter onderbouwing van dit klachtonderdeel. Verweerder heeft dit klachtonderdeel gemotiveerd betwist. Klachtonderdeel a) is dan ook ongegrond.
3.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b), dat ziet op het niet in het geding brengen van door klager aan verweerder verschafte bewijsmiddelen is de voorzitter van oordeel dat de keuze om de bewijsmiddelen niet in het geding te brengen binnen de hiervoor onder 3.1 genoemde beleidsvrijheid van verweerder als advocaat valt. Klachtonderdeel b) is derhalve eveneens ongegrond.
3.4 Ten overvloede overweegt de voorzitter dat klagers stelling dat de deken het klachtonderzoek niet naar behoren heeft uitgevoerd niet verweerder regardeert. Overigens geeft het klachtdossier geen aanleiding voor verwijten aan het adres van de deken over de kwaliteit van diens klachtonderzoek.
3.5 Uit het voorgaande volgt dat de klacht, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, in alle onderdelen kennelijk ongegrond moet worden verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 27 augustus 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 27 augustus 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
en per gewone post aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.