Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-02-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:8

Zaaknummer

13-22

Inhoudsindicatie

Klaagster werd verdacht van stalking. Klaagster heeft aan verweerder die haar op dat moment bijstond, een grote hoeveelheid e-mails en het wachtwoord van haar hyves-account toegestuurd. De zaak werd door een andere advocaat overgenomen. De e-mails en het wachtwoord zijn niet overgedragen. Verweerder handelde niet klachtwaardig nu naar zijn oordeel de inhoud van de e-mails klaagsters zaak geen goed zouden doen. Klaagster had bovendien voldoende tijd om de stukken zelf aan de opvolgend advocaat toe te sturen.

Uitspraak

Beslissing van 6 februari 2013

in de zaak 13 - 22

naar aanleiding van de klacht van:

Mevrouw

klaagster

tegen:

De heer mr.

advocaat te

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 16 januari 2013 met kenmerk 13 - 22, door de raad ontvangen op 17 januari 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

Verweerder heeft klaagster bijgestaan in het kader van een strafrechtelijke kwestie. Klaagster werd verdacht van stalking. In januari 2010 heeft klaagster aan verweerder per e-mail correspondentie met derden toegezonden, alsmede haar gebruikersnaam en wachtwoord van haar Hyves-account. Klaagster liet het oordeel of kennisneming van de correspondentie en de Hyvesberichten in het kader van de strafvervolging van belang was, over aan verweerder.

1.2 In september 2010 heeft verweerder de opdracht beëindigd in verband met een ontstane vertrouwensbreuk. Klaagster heeft zich vervolgens gewend tot mr. P., aan wie verweerder het strafdossier heeft toegestuurd. De correspondentie met derden en de gebruikersnaam en wachtwoord van het Hyves-account van klaagster zijn door verweerder niet toegestuurd aan de opvolgende advocaat. De strafzaak is uiteindelijk geëindigd in een sepot.

2 KLACHT

a) De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder het strafdossier van klaagster niet volledig heeft overgedragen aan de opvolgende advocaat mr. P.

3 VERWEER

3.1 Verweerder heeft aangevoerd dat klaagster weliswaar een grote hoeveelheid correspondentie per e-mail aan verweerder heeft toegestuurd, doch dat deze naar zijn oordeel niet relevant was voor de strafzaak, integendeel, mogelijk zelfs het belang van klaagster zou schaden. Verweerder wijst er voorts op dat klaagster zelf aan de opvolgend advocaat de correspondentie had kunnen toesturen. Op het moment dat verweerder het dossier overdroeg was nog geen datum voor een zitting of het houden van een getuigenverhoor gepland. Het is verweerder voorts niet duidelijk om welke correspondentie het precies zou gaan.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2 Klaagster heeft de correspondentie en Hyvesberichten die via haar account waren in te zien (waarvan overigens niet duidelijk is of verweerder van die mogelijkheid gebruik heeft gemaakt), ter beoordeling op hun eventuele nut voor de strafzaak aan verweerder toegestuurd. Door verweerder is, onvoldoende door klaagster betwist, gesteld dat de correspondentie met derden, de belangen van klaagster in het kader van de strafvervolging mogelijk zou schaden.  De beslissing van verweerder deze correspondentie niet aan de opvolgende advocaat toe te sturen is in dit licht voorstelbaar. Klaagster had bovendien voldoende tijd en gelegenheid om de bewuste correspondentie aan de opvolgend advocaat te overleggen, zodat deze daar tijdig van kennis zou hebben kunnen nemen. Gelet op deze omstandigheden, is de voorzitter van oordeel dat verweerder niet klachtwaardig heeft gehandeld, door de correspondentie met derden en gegevens over of van het Hyves-account van klaagster niet aan de opvolgende advocaat toe te sturen.

BESLISSING

De klacht is kennelijk ongegrond, althans van onvoldoende gewicht.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. P.J.G. van den Boom als griffier op 6 februari 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 8 februari 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten