Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:123

Zaaknummer

13-288NH

Inhoudsindicatie

voorzittersbeslissing. klacht tegen advocaat van ex-werkgever, als wederpartij van klager, kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 17 oktober 2013

in de zaak 13-288NH

naar aanleiding van de klacht van:

de heer drs.

klager

tegen:

mr.

advocaat te    

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland van 18 september 2013 met kenmerk td/np/13-140, door de raad ontvangen op 19 september 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klager heeft tot eind 2012 als bedrijfsarts werkzaamheden verricht voor X te A. Verweerder treedt op als huisadvocaat voor X, vanuit welke hoedanigheid hij in het verleden contact heeft gehad met klager in het kader van een aantal arbeidsrechtelijke procedures.

1.3 Bij brief van 20 september 2012 heeft X klager meegedeeld het contract vanwege een verslechterde financiële situatie te beëindigen. Klager heeft een advocaat ingeschakeld die namens klager heeft gesteld dat X zijn werkgever was. Als advocaat van X heeft verweerder, nadat de advocaat van klager aanspraak had gemaakt op doorbetaling van het loon ad              € 12.000,-- per maand, de advocaat van klager een termijn van vijf  dagen gegund om op zijn brief te reageren.

2. KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) verweerder door op te treden voor X, bij welke organisatie klager werkzaam was en uit dien hoofde contact met verweerder heeft gehad, een tegenstrijdig belang is gaan dienen;

b) verweerder de advocaat van klager slechts een termijn van vijf dagen heeft gegund om op zijn brief te reageren.

3. BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

3.1  De voorzitter overweegt ten aanzien van dit klachtonderdeel dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een voormalige cliënt. De advocaat dient zich niet in de situatie te begeven dat hij in een belangenconflict met zijn cliënt geraakt, terwijl voorts de cliënt erop moet kunnen vertrouwen dat vertrouwelijke informatie niet tegen hem kan worden gebruikt. Deze uitgangspunten zijn neergelegd in gedragsregel 7 lid 4 en 5. Deze gedragsregels strekt slechts ter bescherming van de belangen van cliënten. Nu verweerder nooit als advocaat van klager is opgetreden, noch de beschikking heeft over van klager verkregen vertrouwelijke informatie die hij tegen klager zou kunnen gebruiken, is het klachtonderdeel kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

3.2 Bij de beoordeling van dit klachtonderdeel stelt de voorzitter voorop dat een advocaat ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze zoals hem in overleg met zijn cliënt goed dunkt. Het tuchtrecht dient er niet toe om deze vrijheid van de advocaat te beknotten. Deze vrijheid brengt evenwel niet mee dat de advocaat van de wederpartij van zijn cliënt nodeloos en op ontoelaatbare wijze mag schaden.

3.3 Klager verwijt verweerder een te korte termijn te hebben gesteld aan zijn advocaat om te reageren op een inhoudelijke brief. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder er terecht op gewezen dat het belang van

€ 12.000,-- per maand een korte reactietermijn van de advocaat vergt. Uit de stukken van het dossier blijkt overigens dat de advocaat van klager binnen twee dagen heeft laten weten de vordering te zullen handhaven. In zoverre ontbreekt ook het belang van klager bij dit klachtonderdeel. Ook dit klachtonderdeel is mitsdien kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 17 oktober 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 17 oktober 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.