Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

07-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:142

Zaaknummer

13-159NH

Inhoudsindicatie

 Verzetzaak. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 7 oktober 2013

in de zaak 13-159NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 8 juli 2013 op de klacht van:

Mevrouw

klaagster

tegen:

Mr.

advocaat te

 verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 10 juni 2013, door de raad ontvangen op

  11 juni 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het

  arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 8 juli 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter (hierna: de voorzitter) van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 8 juli 2013 aan klaagster is verzonden.

1.3 Bij brief van 9 juli 2013, door de raad ontvangen op 12 juli 2013, heeft

  klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van 5 augustus 2013 in

  aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal

  opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennis genomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klaagster.

 

2 FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt. Wel meent de klaagster dat de voorzitter enkele feiten ten onrechte niet in haar beslissing heeft opgenomen. De door klaagster in dit verband genoemde feiten zijn voor de beoordeling van de klacht echter niet relevant, zodat die niet in de beslissing opgenomen behoeven te worden.

3 VERZET

Het verzet houdt, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond;

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, E.M.J. van Nieuwenhuizen, H.B. de Regt, J.H.P. Smeets, leden, bijgestaan door mr. M.E. Coenraads als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 7 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

 

- klaagster

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.