Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:243

Zaaknummer

6840

Inhoudsindicatie

Beklag ex art. 13 Adv. wet ongegrond in vervolg op beslissing hof met nummer 6839.

Uitspraak

Beslissing in de zaak 6840

naar aanleiding van het beklag van:

 

wonende te Marbella, Spanje

klager

 

tegen:

 

deken

 

1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Bij brief van 13 juni 2013 heeft de Deken van de Orde van Advocaten A., verder te noemen ‘de deken’, geweigerd een advocaat aan te wijzen als zijn advocaat voor een zaak waarin vertegenwoordiging dan wel bijstand van een advocaat verplicht is. In een klaagschrift gedateerd 14 juni 2013 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken heeft geweigerd een advocaat aan te wijzen.

2 HET GEDING BIJ HET HOF

2.1 Het klaagschrift is op 18 juni 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van de deken;

- e-mailbericht van klager aan het hof van 8 juli 2013

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 19 augustus 2013, waar geen van de partijen is verschenen.

 

3 FEITEN

3.1 Het volgende is komen vast te staan:

Klager heeft de deken bij brief van 28 mei 2013 verzocht om aanwijzing van een advocaat voor het indienen van een cassatie bij de Hoge Raad tegen een beschikking van het Gerechtshof Den Haag van 20 februari 2013.

Bij beslissing van 10 juni 2013 heeft de deken het verzoek afgewezen, omdat de termijn, waarbinnen de gewenste cassatie ingesteld diende te zijn, voor verzending van het verzoek aan de deken reeds was verstreken.

Klager heeft de deken vervolgens bij brief van 11 juni 2013 met 7 bijlagen opnieuw verzocht om aanwijzing van een advocaat voor het instellen van cassatie tegen dezelfde beschikking van het Gerechtshof ’s-Gravenhage als hiervoor omschreven.

Bij beslissing van 13 juni 2013 heeft de deken het verzoek afgewezen op dezelfde gronden als weergegeven zijn beslissing van 10 juni 2013.

4 BEOORDELING

In zijn beklag brengt klager een aantal gebeurtenissen naar voren welke hebben plaatsgevonden na 20 februari 2013, ertoe strekkend er in te willen bewilligen dat een advocaat voor het indienen van een cassatie wordt aangewezen, ondanks het feit dat de termijn daartoe reeds is verstreken.

Het hof heeft in de beslissing van heden onder nummer  6839 daarover reeds een (afwijzend) oordeel gegeven. Van nieuwe feiten of omstandigheden is niet gebleken

 Het beklag van klager is dan ook ongegrond.

 BESLISSING

Het Hof van discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden van 13 juni 2013 ongegrond.

 

De beslissing is verzonden op 30 september 2013.