Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-06-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2013:5
Zaaknummer
71/12
Inhoudsindicatie
Een klacht dient te worden onderbouwd. Er kan niet twee keer over hetzelfde feitencomplex worden geklaagd. Beslissing voorzitter(deel kennelijk ongegrond deels kennelijk niet-ontvankelij) kan in stand blijven.
Uitspraak
Beslissing van 14 juni 2013
in de zaak 71/12
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 14 mei 2012 op de klacht van:
de heer [ ]
klager
tegen:
mr. [ ]
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 18 april 2012 met kenmerk 011/012 KG026, door de raad ontvangen op 19 april 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement G. de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 14 mei 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht klachtonderdeel 1 kennelijk ongegrond is geoordeeld en klachtonderdeel 2 kennelijk niet ontvankelijk, welke beslissing op 21 mei 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 23 mei 2012 door de raad ontvangen op 24 mei 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 april 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 Klager heeft opgemerkt dat de stukken betreffende deze zaak aan een onjuist adres van zijn gemachtigde zijn gezonden. De raad heeft na onderzoek besloten dat niet gebleken is dat de stukken aan een onjuist adres zijn gestuurd.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 23 mei 2012.
1.7 Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem Leeuwarden.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
3.2 Klager heeft bij bovengenoemde brief verzet ingesteld doch heeft geen gronden van verzet aangevoerd. Ter zitting heeft klager erkend dat hij ten aanzien van een onderdeel van de klacht reeds eerder heeft geklaagd. Verder voert klager aan dat verweerder zijn werk niet goed heeft gedaan.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet ontvankelijk bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, F. Klemann, G.E.J. Kornet, H.J. Meijer, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 juni 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 17 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.