Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:136

Zaaknummer

R. 4241/13.121b

Inhoudsindicatie

Verzet. Raad verenigt zich met het oordeel van de voorzitter. Het nalaten te vermelden in de voorzittersbeslissing dat er is gerepliceerd, levert geen zelfstandige grond voor verzet op. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 6 juni 2013, kenmerk K098 2013/2013 bm/smo, door de raad ontvangen op 7 juni 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 28 juni 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 1 juli 2013 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief van 10 juli 2013, door de raad ontvangen op 11 juli 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 oktober 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Daarbij dient het navolgende in aanmerking te worden genomen.

 

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat

a. de voorzitter bij de feiten heeft nagelaten te vermelden dat er is gerepliceerd en dat er aan de deken om bemiddeling is verzocht;

b. de voorzitter de klacht van 17 januari 2013 niet heeft genoemd en ook niet heeft behandeld;

c. de klacht van 17 januari 2013 geen verband hield met de klacht van 18 december 2012 maar de onterechte brief van verweerder van 3 januari 2013 aan D inzake het dossier T. betrof.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dit onder nummer 3.1 tot en met 3.9 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2 In aanvulling daarop merkt de raad nog op dat het nalaten te vermelden in de voorzittersbeslissing dat er is gerepliceerd, geen zelfstandige grond voor verzet oplevert. Voorts geldt dat het verzoek om bemiddeling geen onderdeel van de klacht is zoals die is ingediend bij de deken en derhalve niet ter beoordeling voorligt. Ten aanzien van de brief van 3 januari 2013 geldt dat klager ter zake om hulp heeft gevraagd maar niet heeft geklaagd. Dit onderdeel is dan ook niet als klacht gezien en evenmin als zodanig behandeld door de deken en de voorzitter. Ten overvloede merkt de raad in dit verband nog op dat verweerder heeft erkend dat de inhoud van de brief van 3 januari 2013 niet helemaal juist was en hij dat zal rechtzetten. Meer ten overvloede merkt de raad op dat klager vanuit het oogpunt van zijn verzekeringspositie en de bijbehorende dekking belang kan hebben bij het verkrijgen van een kopie van de declaratie, zodat de raad ervan uit gaat dat verweerder desgevraagd een kopie van de declaratie zal verstrekken.

5.3 Het voorgaande brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier uitgesproken ter openbare zitting van 16 december 2013.

 

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 17 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.