Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-07-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:167

Zaaknummer

6648

Inhoudsindicatie

Niet ontvankelijk op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenweten.

Uitspraak

Beslissing van 15 juli 2013

in de zaak 6648

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 4 juni 2012, onder nummer H179-2011 aan partijen toegezonden op 5 juni 2012, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van 4 oktober 2011 ongegrond is verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 12 juni 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van de griffie aan klager d.d. 18 juni 2012;

- de brief van klager aan het hof d.d. 11 juni 2012;

- de brief van klager aan het hof d.d. 6 januari 2013;

- de brief van klager aan het hof d.d. 17 januari 2013;

- antwoordmemorie van verweerder d.d. 29 januari 2013;

- de brief van klager aan het hof d.d. 13 maart 2013;

- de brief van klager aan het hof van 4 april 2013.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 31 mei 2013, waar klager is verschenen.

3 BEOORDELING

3.1  Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.

3.2 Dit betekent dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad. Klager dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 4 juni 2012 gegeven onder nummer H 179-2011.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, G.W.S. de Groot, G.J. Niezink en M.M.H.P. Houben, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2013.