Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:113

Zaaknummer

ZWB 231-2013

Inhoudsindicatie

Het niet eerder durven indienen van een klacht vorm geen verschoonbare reden om 3,5 jaar te wachten met het indienen van een klacht.

Uitspraak

Beslissing van 22  augustus 2013

in de zaak ZWB 231 - 2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

 

klager

 

tegen:

B

 

verweerder

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  ZWB van 31 juli 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op1 augustus 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

    1.1         Verweerder heeft klager in de periode van juli 2007 - november 2009 in twee zaken bijgestaan.

     1.2        Klager heeft zich in maart 2013 bij de deken beklaagd over het optreden van verweerder.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder voor klager in N heeft geprocedeerd, terwijl in B geprocedeerd had moeten worden;

2.    verweerder naast de in het kader van de verleende toevoegingen vastgestelde eigen bijdragen ook contante betaling heeft gevorderd.

 

3.           VERWEER

3.1         De klacht is tardief ingediend. Verweerder heeft in november 2008 zijn werkzaamheden voor klager beëindigd.

 

4.           ONTVANKELIJKHEID VAN DE KLACHT

4.1         In het tuchtrecht voor advocaten bestaan geen algemene termijnen voor verjaring of verval betreffende het indienen van een klacht. Bij de beoordeling van een verweer tot niet-tijdige indiening van een klacht moeten twee belangen tegen elkaar worden afgewogen, enerzijds de rechtszekerheid voor de advocaat dat door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een redelijke termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld en anderzijds het maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter getoetst kan worden. Daarbij is van belang op welk tijdstip klager kennis heeft gekregen van het door hem gewraakte handelen van de advocaat en de vraag of de advocaat door het tijdsverloop in zijn verdediging is belemmerd. De voorzitter zal de ontvankelijkheid van de klacht aan de hand van dit uitgangspunt beoordelen.

4.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat -anders dan verweerder stelt- verweerder zijn werkzaamheden voor klager in november 2009 heeft beëindigd. Klager heeft zich in maart 2013, derhalve drie jaar en 4 maanden nadien, over het optreden van verweerder beklaagd.

4.3         Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat klager zich in november 2009 tot twee B advocaten heeft gewend, waaruit blijkt dat klager reeds vanaf dat moment op de hoogte was van het feit dat in B geprocedeerd moest worden. Nu klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat het voor hem niet mogelijk was zich eerder te beklagen over het optreden van verweerder , dient de rechtszekerheid voor verweerder dat de door hem verrichte werkzaamheden na het verstrijken van een zo lange termijn niet meer ter discussie zullen worden gesteld te prevaleren.  Dat klager, zoals hij stelt, het niet eerder aandurfde om een klacht in te dienen, vormt geen verschoonbare reden om zo lang te wachten met het indienen van een klacht. Ook dat klager niet op de hoogte zou zijn geweest van het bestaan van de klachtprocedure komt voor risico voor klager. Dit geldt temeer nu klager reeds vanaf november 2009 door twee B advocaten van rechtshulp werd voorzien.

4.4         De voorzitter zal de klacht op grond van het bovenstaande niet in behandeling nemen als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 22 augustus 2013 .

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 26 augustus 2013

 

per aangetekende en per gewone post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ZWB

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland West-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.