Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:41

Zaaknummer

R. 4198/13.105

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij niet in te gaan op een verzoek van een client om rechtsbijstand te verlenen.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Op basis van de stukken is aannemelijk dat verweerders niet anders dan een goede bedoeling hadden met het doorzenden van de namen van klagers, hun e-mail adres en hulpvraag naar mr. S. Toen voor verweerders duidelijk was dat dit door klagers anders werd ervaren, hebben verweerders hiervoor excuses aan klagers aangeboden.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Wijst de klachtonderdelen a en b als kennelijk ongegrond en c als van onvoldoende gewicht

Uitspraak

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de griffier van het Hof van Discipline van 22 mei 2013 door de raad ontvangen op 23 mei 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1    Bij e-mail bericht van 10 juli 2012 hebben klagers verweerders rechtsbijstand verzocht met betrekking tot het verkrijgen van inzage in hun persoonsgegevens bij het Meldpunt Zorg en Overlast van de gemeente Amsterdam.

1.2    Na een herinnering te hebben verzonden op 13 juli 2012 kregen klagers diezelfde dag bericht dat het kantoor hen niet kon bijstaan, omdat het op het bewuste rechtsgebied niet gespecialiseerd is.

1.3    Bij brief van 30 juli 2012 hebben klagers een klacht ingediend tegen verweerders.

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, meer in het bijzonder verwijten klaagster verweerders dat zij:

a.    niet hadden mogen weigeren om klagers bij te staan, omdat het kantoor op de website vermeldt gespecialiseerd te zijn in algemeen civiel recht en bestuursrecht;

b.    niet hebben gereageerd op het e-mail bericht van klagers van 10 juli 2012, maar pas hebben gereageerd na een herinnering per mail van 13 juli 2012. Nadat klagers per e-mail van 13 juli 2012 hadden laten weten met die reactie geen genoegen te nemen, is iedere reactie van verweerders uitgebleven. Zelfs na het e-mail bericht van klagers van 18 juli 2012, waarin zij meldden een klacht tegen verweerders in te zullen dienen, is een reactie van verweerders uitgebleven;

c.    de gegevens van klagers ongevraagd en zonder toestemming van klagers hebben doorgestuurd naar een andere advocaat.

 

3.    BEOORDELING

Ten aanzien van de klachtonderdelen a en b

3.1    Vooropgesteld wordt dat het een advocaat altijd vrij staat niet in te gaan op een verzoek om rechtsbijstand te verlenen. De reactie van verweerders op het verzoek van klagers is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Evenmin wanneer klagers het met de door verweerders aangevoerde reden niet eens zijn. Nadat verweerders aan klagers duidelijk hadden gemaakt geen opdracht van klagers te aanvaarden, was zij niet gehouden tot het voeren van een verdere correspondentie op dit punt. Dat verweerders niet direct op het e-mail bericht van 10 juli 2012 hebben gereageerd, maar eerst na een herinnering op 13 juli 2012, leidt niet tot de vaststelling dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen dan wel nalaten aan de zijde van verweerders.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

3.2    Op basis van de stukken is aannemelijk dat verweerders niet anders dan een goede bedoeling hadden met het doorzenden van de namen van klagers, hun e-mail adres en hulpvraag naar mr. S. Toen voor verweerders duidelijk was dat dit door klagers anders werd ervaren, hebben verweerders hiervoor excuses aan klagers aangeboden. Gelet op alle omstandigheden is dit onderdeel van de klacht van onvoldoende gewicht.

3.4    Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a en b kennelijk ongegrond en klachtonderdeel c van onvoldoende gewicht te worden verklaard.

 

4    BESLISSING

Wijst de klachtonderdelen a en b als kennelijk ongegrond en c als van onvoldoende gewicht af.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 21 juni 2013

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 21 juni 2013 per aangetekende post verzonden aan:

-    klagers

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kan klaagster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.