Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:163

Zaaknummer

13-275

Inhoudsindicatie

Verweerder is niet gehouden een in zijn ogen kansloze procedure aanhangig te maken voor klager. Klacht van klager kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 27 november 2013

in de zaak 13-275

 naar aanleiding van de klacht van:

 de heer [naam]

 [adres]

 klager

 tegen:

 mr.[naam]

 advocaat te  [plaats]  

 verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 11 november 2013 met kenmerk K 13/91, door de raad ontvangen op 12 november 2013, en van de op de daarin beschreven inventarislijst vermelde stukken 1 tot en met 11.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Vanaf september 2012 is verweerder opgetreden als advocaat van klager in een zaak die betrekking heeft op een schadevergoeding die klager wenste te ontvangen omdat hij ten onrechte in vreemdelingenbewaring was gesteld. Klager was op 21 november 2005 in vreemdelingenbewaring gesteld en die bewaring is op 14 april 2006 opgeheven omdat zicht op uitzetting ontbrak.

1.3 De toenmalige advocaat van klager, mr. R. heeft in eerste instantie een bestuursrechtelijke procedure aanhangig gemaakt om klagers recht op  schadevergoeding te effectueren. Na de bezwaarfase werd de vordering van klager in beroep en in hoger beroep door de rechtbank afgewezen op 31 juli 2012.

1.4 Vervolgens heeft klager zich tot verweerder gewend om te bereiken dat hem alsnog een schadevergoeding werd uitgekeerd. De bestuursrechtelijke weg was onbegaanbaar gebleken en verweerder heeft bezien of de civielrechtelijke weg soelaas zou bieden. Verweerder kwam tot een negatief oordeel. Verweerder heeft dit schriftelijk aan klager meegedeeld in zijn brief van 13 december 2012 en heeft in deze brief klager uitgenodigd voor een bespreking waarin hij zijn advies zou kunnen toelichten.

1.5 Bij e-mail met bijlagen d.d. 29 mei 2013  heeft klager de onderhavige klacht ingediend.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a) voor klager geen civiele procedure tot vergoeding van de door klager geleden immateriële schade wegens ten onrechte ondergane vreemdelingenbewaring aan te spannen;

b) geen civiele procedure tot vergoeding van schade na vreemdelingenbewaring tegen de IND voor klager aan te spannen.

 

3 BEOORDELING

3.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

3.2 De klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Verweerder heeft de zaak bestudeerd en hij zag geen kansen voor een succesvolle procedure bij de burgerlijke rechter. Evenmin wenste hij de door hem als kansloos ingeschatte zaak aanhangig te maken. Het is niet gesteld of gebleken dat verweerder bij het inschatten van de kans van slagen van de zaak mogelijkheden links heeft laten liggen die hij als goed advocaat niet had mogen negeren. Zijn oordeel dat klager geen succes zou hebben bij de burgerlijke rechter, met als consequentie een proceskostenveroordeling van klager, heeft hij naar behoren gemotiveerd. 

3.3 Een advocaat kan niet worden gehouden een procedure te starten indien hij geen mogelijkheden ziet deze met succes te voeren. Het moge zo zijn dat klager zich niet met het advies van verweerder kon verenigen, maar dit betekent niet dat verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt.

3.4 Op grond van het voorgaande zijn beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Wijst de klacht in beide onderdelen af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 27 november 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 27 november 2013 per aangetekende post en per gewone post verzonden aan:

• klager

en per gewone post aan:

• verweerder

• de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

• de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten