Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2013:57

Zaaknummer

123/12

Inhoudsindicatie

Het handelen van een advocaat in een  andere hoedanigheid is slechts tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn als hij (kort samengevat) het vertrouwen in de advocatuur daarmee heeft geschaad. De raad is van oordeel dat de voorzitter terecht heeft geoordeeld dat geen sprake is geweest van (strafrechtelijke) gedragingen van de deken; evenmin is gebleken dat de deken de instructie van de kalcht onjuist heeft verricht. Het verzet is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 4 december 2013

in de zaak 123/12

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 14 december 2012 op de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

mr. [    ]

deken van de orde van advocaten

verweerder

 

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij e-mailbericht van 12 juli 2012,  heeft klager een klacht ingediend bij de voorzitter van de raad van discipline in het  voormalige ressort Leeuwarden tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het toenmalige arrondissement G.

1.2    Bij beslissing van 12 juli 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter (hierna ‘de voorzitter’)  van de raad de klacht verwezen naar de deken van de orde van advocaten in het  voormalige arrondissement L. voor de instructie van de klacht.

1.3    Bij brief aan de raad van 13 november 2012 met kenmerk 011/012 KL057, door de raad ontvangen op 15 november 2012, heeft de waarnemend deken van de orde van advocaten in het  voormalige arrondissement L. de klacht ter kennis van de raad gebracht en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.4    Bij beslissing van 14 december 2012 heeft de  voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 24 december 2012 is verzonden aan klager.

1.5    Bij brief van 3 januari 2013, per fax en per gewone post verzonden,  heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.6    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 november 2013 in aanwezigheid van verweerder. Klager is niet ter zitting verschenen, zoals hij bij brief van 19 november 2013 aan de voorzitter heeft laten weten. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.7    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 3 januari 2013.

1.8    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem- Leeuwarden.

 

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

 

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Verweerder heeft negatieve informatie aan derden verstrekt over klager, onder andere aan de plaatsvervangend deken. Klager is van mening dat hij heeft aangetoond dat verweerder zich heeft misdragen en zelfs strafrechtelijk heeft misdragen. Daarom was klager van oordeel dat een andere deken de zaken van klager moest onderzoeken.  Bij een mondelinge behandeling zal hij dat nader toelichten.

3.3    Mr. B., die door klager was benaderd om hem bij te staan, heeft zulks geweigerd en heeft vervolgens de tegenpartij van klager als advocaat bijgestaan in een zaak tegen klager. Dat was rampzalig voor klager. Klager heeft dat bij de deken en bij de griffier van de raad van discipline gemeld maar hij werd door de deken niet serieus genomen. De deken heeft de hele procedure gefrustreerd.

 

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, M.E. Derix, J.A. Holsbrink, N.H.M. Poort, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 december 2013.

 

griffier                                                                        voorzitter             

             

Deze beslissing is in afschrift op       december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.