Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-03-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:19
Zaaknummer
6513
Inhoudsindicatie
Hoger beroep niet-ontvankelijk. Verzet tegen voorzittersbeslissing. Ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 18 maart 2013
in de zaak 6513
naar aanleiding van het verzet van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 11 juni 2012, onder nummer 11-123, aan partijen toegezonden op 11 juni 2012, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 2 november 2011 ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 Bij beslissing van 18 juli 2012 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 18 juli 2012.
2.2 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 26 juli 2012. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 januari 2013, waarbij klager en verweerster is verschenen.
2.3 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3 DE BEOORDELING
3.1 Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in zijn beslissing van 18 juli 2012.
3.2 Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 18 juli 2012 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.J.S. Bouwens en W.J. van Andel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2013.