Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:237

Zaaknummer

R. 4350/13.257

Inhoudsindicatie

Klacht over de advocaat van de wederpartij.

Inhoudsindicatie

Op basis van de tegengestelde verklaringen van klager en verweerster kan niet worden vastgesteld dat verweerster een persoonlijke rancune jegens klager koestert. Klager heeft dit onderdeel van de klacht ook niet nader onderbouwd, zodat de juistheid hiervan niet kan worden vastgesteld.

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft een verklaring gegeven voor het feit dat op de verzendregel van de fax niet de naam van haar kantoor, maar de naam van S. Architecten is opgenomen. Zij heeft hieraan toegevoegd dat ondanks die vermelding het faxnummer enkel door door kantoor werd gebruikt. Voor haar kantoor inkomende faxen kwamen dus niet onder ogen van het architectenbureau. Voorts heeft verweerster ter voorkoming van verdere discussie en om -ten overvloede- de exclusiviteit te waarborgen een nieuw faxnummer ingesteld.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden van 1 oktober 2013, door de raad ontvangen op 2 oktober 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 Verweerster behartigt de belangen van klagers wederpartij in diverse civiele procedures.

1.2 Verweerster heeft de behandeling van de zaken overgenomen van haar voormalig kantoorgenoot mr. G., van wiens kantoor zij in het verleden deel heeft uitgemaakt.

1.3 In een faxbrief van verweerster aan de advocaat van klager van 22 mei 2013 staat in de regel van de verzending niet de naam van het kantoor van verweerster, maar van S. Architecten.

1.4 Bij brief van 26 mei 2013 heeft klager een klacht tegen verweerster ingediend bij de deken.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij wetenschap draagt van een persoonlijke rancune van de voormalig kantoorgenoot van verweerster, mr. G., die weloverwogen is overgedragen op zijn voormalige kantoorgenoten. Voorts verwijt klager verweerster onzorgvuldig handelen alsmede schending van vertrouwelijkheid omdat verweerster gebruik maakt van een faxnummer van S. Architecten.

 

3. BEOORDELING

3.1 Op basis van de tegengestelde verklaringen van klager en verweerster kan niet worden vastgesteld dat verweerster een persoonlijke rancune jegens klager koestert. Klager heeft dit onderdeel van de klacht ook niet nader onderbouwd, zodat de juistheid hiervan niet kan worden vastgesteld.

3.2 Vooropgesteld zij dat in het algemeen slechts in uitzonderlijke situaties kan worden geklaagd over de advocaat van de wederpartij, nu de belangen die door de advocaat van de wederpartij worden behartigd per definitie tegenover de belangen van de andere partij staan. Verweerster heeft een verklaring gegeven voor het feit dat op de verzendregel van de fax niet de naam van haar kantoor, maar de naam van S. Architecten is opgenomen. Zij heeft hieraan toegevoegd dat ondanks die vermelding het faxnummer enkel door door kantoor werd gebruikt. Voor haar kantoor inkomende faxen kwamen dus niet onder ogen van het architectenbureau. Voorts heeft verweerster ter voorkoming van verdere discussie en om -ten overvloede- de exclusiviteit te waarborgen een nieuw faxnummer ingesteld. Klager heeft hier tegenover niet kunnen aantonen dat het faxapparaat door anderen dan medewerkers van het kantoor van verweerster is gebruikt. Evenmin heeft klager bewijs aangedragen van zijn stelling dat de vertrouwelijkheid van de correspondentie is geschaad.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

 

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 14 oktober 2013.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 15 oktober 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.