Rechtspraak
Uitspraakdatum
08-04-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:57
Zaaknummer
6564
Inhoudsindicatie
Bekrachtiging ongegrondverklaring. Klacht over niet adequate dienstverlening.
Uitspraak
Beslissing van 8 april 2013
in de zaak 6564
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 27 augustus 2012, onder nummer
M 57-2012, aan partijen toegezonden op 28 augustus 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 24 september 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- schrijven van klager aan het hof van 4 januari 2013.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 4 februari 2013, waar klager en verweerder zijn verschenen.
3 KLACHT
3.1 Zoals door verweerder verwoord in zijn brief aan de deken van 15 december 2011 en zoals door hem toegelicht in diverse latere brieven, houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in.
1. Verweerder en zijn voormalig kantoorgenoten hebben in het verleden diverse belangen in verschillende dossiers van klager en de door hem aangebrachte klanten onzorgvuldig behartigd;
2. Verweerder zendt facturen terwijl de verschuldigdheid daarvan op diverse gronden wordt betwist;
3. Verweerder is onbereikbaar en antwoordt niet op brieven van klager;
4. Verweerder heeft beschuldigingen geuit jegens zijn voormalige kantoorgenoot;
5. Verweerder laat uitgaande brieven bij zijn ontstentenis ondertekenen door het secretariaat.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bij de raad heeft klager zijn klacht nader toegelicht. Klager heeft gesteld dat zijn bezwaren – voor zover deze zijn gericht op zaken van klager die zijn behandeld door verweerder – in de kern het volgende inhouden:
a. verweerder heeft in de periode van 2003-2011 de belangen van klager in een zaak tegen het U onvoldoende behartigd. Verweerder heeft een herzieningsverzoek ingediend op onjuiste gronden. Hij heeft niet gezien dat het U de dageneis niet had kunnen handhaven;
b. verweerder heeft, nadat de kantonrechter in Nijmegen had uitgesproken dat aan klager achterstallig salaris moest worden betaald, verzuimd dit op de debiteur te verhalen. Hij heeft steeds volgehouden dat deze in privé kon worden aangesproken na opheffing van het faillissement, maar de zaak vervolgens laten verjaren;
c. verweerder heeft zich in een zaak bij de kantonrechter te Nijmegen vergeten te stellen waardoor er een verstekvonnis kwam. Vervolgens heeft hij een verzettermijn vergeten;
d. verweerder is met zijn voormalige kantoorgenoot gebrouilleerd. Door deze interne kwestie werden er zaken op kantoor onzorgvuldig behandeld. Klager heeft verweerder daardoor aansprakelijk gesteld. Zijn voormalige kantoorgenoot heeft zijn aansprakelijkheidsverzekering aangeschreven echter verweerder neemt geen standpunt in met betrekking tot zijn aansprakelijkheid. Hij stelt niet over de dossiers te beschikken.
e. Verweerder weigert dossiers over te dragen en beroept zich op zijn retentierecht wegens onbetaald gebleven nota’s.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 De raad heeft in de overwegingen 5.1 tot en met 5.3 gemotiveerd uiteengezet dat de in deze procedure aangevoerde feiten de aangevoerde klachten niet onderbouwen. Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere overwegingen en conclusies dan door de raad in zijn beslissing weergegeven. Het hof neemt daarom deze beslissing over.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 27 augustus 2012, gewezen onder nummer M 57-2012.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. J.S.W. Holtrop, G.J. Niezink, G.R.J. de Groot en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2013.