Rechtspraak
Uitspraakdatum
07-10-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:74
Zaaknummer
OB51-2013
Inhoudsindicatie
Niet gebleken dat de grenzen die een advocaat jegens de wederpartij vrij staan, zijn overschreden.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 7 oktober 2013
in de zaak OB 51-2013
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 6 maart 2013 op de klacht van:
A
klaagster
gemachtigde :
B
tegen:
C
verweerster
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 6 februari 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 7 februari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 6 maart 2013 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 8 maart 2013 aan klaagster is verzonden.
1.3 Per telefax dd. 14 maart 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van de gemachtigde van klaagster en verweerster . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klaagster d.d.14 maart 2013 .
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter in zijn beslissing van 6 maart 2013 vastgestelde feiten.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat:
verweerster in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van klaagster in rechte bij herhaling onwaarheden heeft verkondigd en een zodanige proceshouding heeft aangenomen, dat klaagster schade heeft geleden voor een bedrag van € 25.000 tot € 30.000.
3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:
de voorzittersbeslissing een inhoudelijke behandeling van de klachtwaardige gedragingen van verweerster ontbeert.
4 BEOORDELING
4.1 Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt.
5 BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. J.D.E. vd Heuvel, L.W.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.