Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-06-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2013:7
Zaaknummer
13-11
Inhoudsindicatie
Verzet. De door klaagster aangevoerde gronden kunnen niet slagen. Onderzoek in verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen. Niet gebleken dat verweerster onwaarheden heeft gedebiteerd.
Uitspraak
Beslissing van 22 juni 2013
in de zaak 13-11
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 31 januari 2013 op de klacht van:
mevrouw [ ]
adres
klaagster
tegen:
mr. X.
advocaat te U.
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 9 januari 2013 met kenmerk 4212, door de raad ontvangen op 10 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 31 januari 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 4 februari 2013 is verzonden aan klaagster.
1.3 Bij brief, gedateerd op 12 februari 2013 en per fax verzonden en door de raad ontvangen op 14 februari 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 april 2013 in aanwezigheid van verweerster. Klaagster heeft op voorhand kenbaar gemaakt verhinderd te zijn op de maandagen, zijnde de dag waarop de raad zitting houdt. De raad heeft in de door de klaagster in haar brief van 18 april 2013 aangevoerde gronden geen aanleiding gezien de behandeling van de zitting aan te houden.
Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster alsmede van haar brief van 18 april 2013.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de feiten uitgegaan die in de beslissing van de voorzitter worden genoemd.
3 KLACHT EN VERZET
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster:
a) heeft geprobeerd het telefoonnummer van klaagster te ontfutselen aan een journalist;
b) diverse onwaarheden geventileerd heeft.
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klaagster van oordeel is dat de voorzitter zelfs geen poging heeft gedaan de schijn van partijdigheid te vermijden. Voorts acht klaagster het onterecht dat de beweringen van verweerster als vaststaande feiten worden aangenomen.
4 BEOORDELING
4.1 De raad overweegt dat de voorzitter terecht is uitgegaan van de feiten zoals deze in de beslissing van de voorzitter worden genoemd. Klaagster heeft ook in verzet niet nader onderbouwd in welk opzicht verweerster onwaarheden zou hebben geventileerd.
4.2 In het verzetschrift zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gebracht die tot een ander oordeel dan dat van de voorzitter zouden moeten leiden. Derhalve concludeert de raad dat het onderzoek in verzet niet heeft geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt.
4.3 Daarom zal het verzet als ongegrond moeten worden afgewezen.
BESLISSING
De raad van discipline:
Verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.M. Lorist, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe, C.J. Lunenberg-Demenint, R.P.F. van der Mark en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juni 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 24 juni 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland
Bij ongegrondverklaring van het verzet
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.