Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:230

Zaaknummer

R. 4077/12.211

Inhoudsindicatie

Verzet. Geen sprake van onjuiste uitleg voor de voorzitter van de stellingen van klager. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 20 november 2012  met kenmerk K215 2011/2012 bm/kme, door de raad ontvangen op 21 november 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 18 december 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 19 december 2012 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij email van 27 december 2012 aangevuld met een e-mail d.d. 3 januari 2013, met daarbij een dertien pagina’s tellend (aanvullend) verzetschrift d.d. 30 december 2012, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 juli 2013 in aanwezigheid van klaagster, vergezeld van haar dochter, en verweerder, vergezeld van zijn gemachtigde K. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad – met inachtneming van en onder verwijzing naar hetgeen hierna wordt overwogen - naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat door de plaatsvervangend voorzitter de stellingen van klaagster niet juist zijn weergegeven.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 en 3.2 van de bestreden beslissing heeft vermeld. De raad verenigt zich gezien de zich in het dossier bevindende stukken voorts met de weergave van de feiten en de klacht in die beslissing. Niet gebleken is dat die weergave niet juist zou zijn.

5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

6  BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, C.A. de Weerdt, J.A. van Keulen en H.E. Meerman leden, bijgestaan door mr. M.C.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 september 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 24 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der  Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.