Rechtspraak
Uitspraakdatum
07-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:YA3710
Zaaknummer
R163-2012
Inhoudsindicatie
Door gemachtigde namens cliënt opnieuw ingediende klacht tegen verweerder, onder verwijzing naar de stukken in de eerdere klachtzaak. Hieruit blijkt dat het dezelfde klacht betreft als de eerder door de gemachtigde van klager pro se ingediende klacht.
Inhoudsindicatie
Verzet : ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 7 januari 2013
in de zaak R 163-2012
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 11 juni 2012 op de klacht van:
A
klager
gemachtigde :
B
tegen:
C
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 1 juni 2012 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 4 juni 2012 , heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement R de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 11 juni 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 18 juni 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Per telefax van 19 juni 2012 heeft klager verzet gedaan bij de raad tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 5 november 2012 in aanwezigheid van verweerder . De gemachtigde van klager heeft de raad bij brief van 5 september 2012 bericht wegens verhindering niet bij de zitting aanwezig te zullen zijn. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 19 juni 2012
- de brief van de gemachtigde van klager d.d. 5 september 2012 .
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter geformuleerde vaststaande feiten, aangezien het verzet niet hiertegen is gericht.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder weigert een dossier van klager over te dragen.
3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
Tot dusverre is niet beslist op de klacht van klager, aangezien de raad, respectievelijk de voorzitter van de raad, klager abusievelijk voor de gemachtigde van klager hebben aangezien. Ten onrechte is overwogen dat verweerder zich terecht heeft beroepen op zijn retentierecht, omdat hij heeft nagelaten op schrift gestelde afspraken met klager en stukken met betrekking tot zijn openstaande declaraties in het geding te brengen, waaruit zijn pretense retentierechten blijken, hetgeen essentieel is voor het beoordelen van de klacht.
4 BEOORDELING
Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. J.C. van den Dries , M.B.Ph. Geeraedts , J.J.M. Goumans en E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 januari 2013 .
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op8 januari 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement R
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.