Rechtspraak
Uitspraakdatum
07-10-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2013:112
Zaaknummer
OB 78-2013
Inhoudsindicatie
In verzet aangevoerde gronden hebben betrekking op andere gronden dan die door de voorzitter van de raad zijn beoordeeld, zodat het verzet op grond hiervan ongegrond dient te worden verklaard.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 7 oktober 2013
in de zaak OB 78-2013
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 8 april 2013 op de klacht van:
A
klaagster
gemachtigde:
B
tegen:
C
verweerder
gemachtigde:
D
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief aan de raad van 12 maart 2013 met kenmerk K , door de raad ontvangen op 13 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 8 april 2013 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 8 april 2013 is verzonden aan klager.
1.3 Per telefax van de gemachtigde van klaagster van 18 april 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van klaagster, de gemachtigde van klaagster, verweerder en de gemachtigde van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klaagster d.d. 18 april 2013;
- brief van de gemachtigde van klaagster dd. 8 augustus 2013, met bijlagen;
- brief van verweerder dd. 12 augustus 2013, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter in zijn beslissing van 8 april 2013 vastgestelde feiten.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet doordat:
verweerder tegenstrijdige belangen heeft behartigd aangezien hij optrad voor de wederpartij van klaagster, terwijl hij tevens hypotheekverstrekker was met betrekking tot het onroerend goed van klaagster en de cliënt van verweerder.
3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:
verweerder heeft meegewerkt aan het op onrechtmatige wijze tot stand laten komen van een recht van hypotheek op de echtelijke woning, terwijl daarvoor toestemming was vereist van klaagster. Dit is een vorm van verwijtbaar tuchtrechtelijk handelen.
4 BEOORDELING
4.1 De raad stelt vast dat de in verzet aangevoerde gronden geen betrekking hebben op de klacht, die door de voorzitter van de raad in zijn beslissing van 8 april 2013 is beoordeeld, zodat het verzet alleen al op grond hiervan ongegrond dient te worden verklaard.
4.2 Het onderzoek in verzet heeft ook overigens niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt.
5 BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, mrs. J.D.E. vd Heuvel, L.W.M. Caudri, A.J. Sol, L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 8 oktober 2013
per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.