Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-09-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:96
Zaaknummer
13-061A
Inhoudsindicatie
"Verzetzaak. Klacht tegen eigen advocaat wegens het nalaten een ouderschapsplan te laten vertalen en het treffen van incassomaatregelen tegen klager. Klacht is door de voorzitter terecht kennelijk ongegrond verklaard Verzet is ongegrond."
Uitspraak
Beslissing van 16 september 2013
in de zaak 13-061A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 20 maart 2013 op de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 19 februari 2013 met kenmerk 1313-0149 door de raad ontvangen op 20 februari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 20 maart 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 maart 2013 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 2 april 2013 door de raad ontvangen op 3 april 213, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 juli 2013 in aanwezigheid van verweerster. Klager is niet verschenen.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 2 april 2013.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:
a) Verweerster valt wel te verwijten dat zij incassomaatregelen heeft genomen;
b) De procedure die verweerster in Nederland heeft opgestart was niet (op tijd) geldig doordat verweerster niet op tijd vertalingen heeft laten maken, waardoor de ex-vrouw van klager een procedure in Italië kon opstarten.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, H.C.M.J. Karskens, B.J. Sol en S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. A.C. Beijering-Beck als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 september 2013.
Griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.