Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-11-2013
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2013:324
Zaaknummer
6836
Inhoudsindicatie
Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.geen beroep mogelijk.
Uitspraak
Beslissing van 18 november 2013
in de zaak 6836
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klaagster
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 4 juni 2013, onder nummer 12-360Alk, aan partijen toegezonden op 4 juni 2013, waarbij het verzet van klaagster ongegrond is verklaard.
De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als YA4443.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klaagster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 juni 2013 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Bij beslissing van 26 juni 2013 heeft de voorzitter van het hof geoordeeld dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep en haar beroep om die reden afgewezen. Bij brief van 1 juli 2013, ter griffie van het hof ontvangen op 3 juli 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen deze beslissing van de voorzitter van het hof.
2.3 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de brief van klaagster d.d. 6 juni 2013;
- de brief van klaagster d.d. 6 juni 2013;
- de brief van klaagster d.d. 11 juni 2013;
- de antwoordmemorie van verweerder d.d. 16 juli 2013;
- de brief van verweerder d.d. 23 augustus 2013;
- de brief van klaagster d.d. 29 augustus 2013.
2.4 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 20 september 2013, waar klaagster is verschenen. Klaagster heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.
3 BEOORDELING
3.1 Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in zijn beslissing van 26 juni 2013.
3.2 Dit betekent dat aan klaagster niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klaagster niet kan worden ontvangen in het door haar ingestelde beroep. Het verzet van klaagster dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 26 juni 2013 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, P.T. Gründemann, A.J.M.E. Arpeau, G.J. Niezink, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Hendrix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2013.