Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:198

Zaaknummer

13-215NH

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 9 december 2013

in de zaak 13-215 NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 23 augustus 2013 op de klacht van:

de heer en mevrouw

klagers

tegen:

mr.

voormalig advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 6 augustus 2013 met kenmerk td/np/13-120, door de raad ontvangen op 9 augustus 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 23 augustus 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 23 augustus 2013 is verzonden aan klagers.

1.3 Bij brief van 27 augustus 2013, door de raad ontvangen op 29 augustus 2013, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 oktober 2013 in aanwezigheid van partijen. De raad heeft kennis genomen van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 27 augustus 2013.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

Volgens klagers is de zaak te belangrijk om als voorzittersbeslissing af te doen gezien de aantasting van het rechtssysteem. Daarbij heeft de zaak, zoals na langdurige WOB-onderzoek is gebleken, een aantal aspecten dat verband houdt met strafbare feiten, zoals valsheid in geschrifte, fraude en witwassen. Verweerder is volledig van de gang van zaken op de hoogte maar heeft zich niet als een integer advocaat gedragen en hij heeft meegewerkt om de rechter tot een onbegrijpelijke uitspraak te brengen. Verweerder weet precies hoe de vork in de steel zit en heeft bewust, tegen beter weten in, feiten geponeerd die in strijd zijn met de waarheid.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. G. Kaaij, B.J. Sol, J.H.P. Smeets, L.D.H. Hamer, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 9 december 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 9 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

en per gewone post aan:

- klagers

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h, lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.