Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:229

Zaaknummer

6743

Inhoudsindicatie

Herzieningsverzoek van klager niet-ontvankelijk omdat verzoek van verweerder herziening kan worden verzocht als spraken is van schending van fundamentele rechtsbeginselen.

Uitspraak

Beslissing van 27 mei 2013

in de zaak 6743

naar aanleiding van het herzieningsverzoek van:

 

advocaat te Twello

verder te noemen: verzoeker

1 DE BESLISSING WAARVAN HERZIENING WORDT VERZOCHT

1.1 Bij beslissing van 5 maart 2012, heeft de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (hierna: de raad) een klacht van klager tegen mr. X., advocaat te Rotterdam, gegrond verklaard en aan mr. X. de maatregel van berisping opgelegd. Op het door mr. X. ingestelde hoger beroep heeft het Hof van Discipline bij beslissing van 18 maart 2013 de beslissing van de raad vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de klacht van klager ongegrond verklaard.

2 HET VERZOEK TOT HERZIENING

2.1 Het verzoek waarbij verzoeken het Hof van Discipline om herziening van de beslissing van 18 maart 2013 vraagt is op 26 maart 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

Verzoeker vraagt het hof de beslissing van 18 maart 2013 te herzien omdat de beslissing van het hof zo ondermaats, zo slordig is dat het niet voor recht doen kan doorgaan.

3  BEOORDELING

Tegen een beslissing van het Hof van Discipline is in de Advocatenwet geen gewoon rechtsmiddel opengesteld. De wet voorziet evenmin in de mogelijkheid tot herziening van een uitspraak van de tuchtrechter. Dit betekent dat het verzoek tot herziening niet in behandeling kan worden genomen en de verzoeker dan ook niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in een dergelijk verzoek. Bij uitzondering kan hierover anders worden geoordeeld, doch uitsluitend indien en voor zover mocht blijken dat bij de behandeling van het hoger beroep geen sprake is geweest van een eerlijk proces, doordat een fundamenteel rechtsbeginsel is geschonden en  wanneer een verweerder, aan wie een tuchtrechtelijke maatregel was opgelegd, zich op deze schending beroept. (Zie HvD nummer 6103, 11 juli 2011 en 4727, 15 oktober 2007).

In het onderhavige geval is het verzoek tot herziening ingediend door de klager en is derhalve geen sprake van de hiervoor geformuleerde uitzondering.

Dit betekent dat het onderhavige verzoek tot herziening niet in behandeling kan worden genomen en dat verzoeker in zijn verzoek tot herziening niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

 

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot herziening van de beslissing van het Hof van Discipline van 18 maart 2013 gewezen onder nummer 6400.

 

De beslissing is verzonden op 28 mei 2013.