Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4101
Zaaknummer
R. 3989/12.123
Inhoudsindicatie
Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 19 juni 2012, door de raad ontvangen op 20 juni 2012, heeft de deken in het arrondissement Dordrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 6 juli 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 10 juli 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij brief van 13 juli 2012, door de raad ontvangen op 17 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 november 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Klager merkt ten aanzien van de omschrijving van de klacht in de beslissing van de voorzitter op, dat die niet helemaal correct is. De klacht ziet op twee periodes, te weten de periode waarin hij juridische bijstand had van verweerder en de periode waarin hij geen juridische bijstand van verweerder meer had maar wel met hem communiceerde. Hiertegen zijn door verweerder geen bezwaren geuit. De raad neemt deze nadere omschrijving derhalve over.
2.2 Voor het overige komt klager in verzet niet op tegen de weergave van de vaststaande feiten in de beslissing van de voorzitter, zodat de raad daarnaar verwijst.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:
a. uit de stukken wel degelijk kan worden afgeleid dat verweerder onjuist heeft geadviseerd en
b. anders dan in overweging 3.3 staat vermeld wel degelijk in detail is onderbouwd dat verweerder in zin brief van 3 mei 2010 bewust onjuiste feiten heeft verstrekt.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter in de bestreden beslissing heeft vermeld.
5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. Voor zover verweerder al een verkeerde inschatting heeft gemaakt van de zaak, levert dat naar het oordeel van de raad nog geen tuchtrechtelijk verwijt oplevert. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. G.J. Schipper en mr. C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 29 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken in het arrondissement Dordrecht
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.