Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3864
Zaaknummer
R. 3940/12.74
Inhoudsindicatie
Geen gronden in verzet aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de klacht. Verzet ongegrond.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 14 maart 2012 met kenmerk R 11/12/58, door de raad ontvangen op 15 maart 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 3 april 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 3 april 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 6 april 2012, door de raad ontvangen op 10 april 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 november 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 6 april 2012.
2 FEITEN EN KLACHT
Voor de beoordeling van de klacht en voor een weergave van de feiten en omschrijving van de klacht, waartegen klager in zoverre niet opkomt, verwijst de raad, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.
3 VERZET
Er zijn geen gronden voor het verzet aangevoerd anders dan een herhaling en/of uitwerking van de reeds ingediende klacht.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft gesteld dat hij slechts zijn vak uitoefent en de belangen van zijn cliente behartigt zoals een behoorlijk handelend advocaat betaamt.
4.2 Verweerder heeft voorts aangegeven dat hij zijn cliente op de hoogte heeft gesteld van de op verkeerde gronden tot stand gekomen beslissing van de rechtbank en dat hij juist heeft getracht escalatie te voorkomen.
5 BEOORDELING
5.1 Gelet op de stukken en de behandeling ter zitting onderschrijft de raad de beoordeling van de (plaatsvervangend) voorzitter van 3 april 2012 en maakt deze tot de zijne. Door klager zijn in het verzet geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de (plaatsvervangend) voorzitter heeft gegeven.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. L.M.P. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, mr. E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder en uitgesproken ter openbare zitting van 14 januari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.