Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:172

Zaaknummer

13-203A

Inhoudsindicatie

'Verzet. Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van dienstverlening. Verzet is ongegrond.'

Uitspraak

Beslissing van 18 november 2013

in de zaak 13-203A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 13 augustus 2013 op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam     

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 juli 2013 met kenmerk 4013-0739, door de raad ontvangen op 30 juli 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 13 augustus 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 13 augustus 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 24 augustus 2013 door de raad ontvangen op 24 augustus 2013 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 24 september 2013 in aanwezigheid van klager. Verweerster heeft vooraf aangekondigd niet te zullen verschijnen.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 24 augustus 2013.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Door miscommunicatie en ziekte zijn niet alle feiten aangekomen. Er lopen nog twee klachten van klager die met onderhavige zaak verband houden. De drie klachtdossiers hebben betrekking op een complot dat instanties en justitie tegen klager voeren. Indien de andere twee klachtdossiers worden betrokken bij onderhavige zaak en tegelijk worden behandeld zal volgens klager blijken dat de klacht wel gegrond is.  

4 BEOORDELING

4.1 Het verzoek van klager om de beslissing aan te houden en onderhavige klacht gelijktijdig te behandelen met twee andere klachten van klager wordt niet gehonoreerd. De twee andere klachten zijn door de deken nog niet naar de raad gezonden en hebben bovendien geen betrekking op verweerster. De raad concludeert dan ook dat de dossiers met betrekking tot de andere twee klachten in onderhavige zaak niet tot nieuwe inzichten zullen leiden.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. H.C.M.J. Karskens, J.M. van de Laar, P. van Lingen en H.B. de Regt, leden, bijgestaan door mr.       A.C. Beijering-Beck als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 november 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.