Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:198

Zaaknummer

R. 4127/13.34

Inhoudsindicatie

Verzet ingesteld buiten verzettermijn. Niet-ontvankelijk.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 6 februari 2013 met kenmerk K205 2011/2012 bm/kme, door de raad ontvangen op 8 februari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 25 februari 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 26 februari 2013 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij email van 12 maart 2013 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Een door klaagster ondertekende uitdraai van de email van 12 maart 2013 is door de raad per post ontvangen op 13 maart 2013.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 juli 2013 in aanwezigheid van klaagster, vergezeld van haar dochter en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad – met inachtneming van en onder verwijzing naar hetgeen hierna wordt overwogen - naar de beslissing van de voorzitter.

 

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat door de voorzitter de door klaagster aan haar klacht ten grondslag gelegde feiten niet volledig en niet correct zijn weergegeven. De kennis van de voorzitter van zaken en feiten is volgens klaagster mankerend en daarmee ontoereikend en derhalve geen plausibele en valide basis voor ongegrond verklaring.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het verzet oordeelt de raad als volgt. Ingevolge art. 46h Advocatenwet kan een klagende partij binnen 14 dagen na de verzending van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter schriftelijk verzet instellen bij de Raad van Discipline. De beslissing van de voorzitter is blijkens het dossier aangetekend aan klaagster verzonden op 26 februari 2013. In die brief is klaagster erop gewezen dat zij, indien zij zich met die beslissing niet kan verenigen, daartegen binnen 14 dagen na dagtekening van die brief, schriftelijk verzet kan aantekenen bij de raad aan het in die brief vermelde adres. Daarbij is tevens vermeld dat de eerste dag van de termijn van 14 dagen de dag is volgende op de dag van verzending van het afschrift en dat het verzet uiterlijk op 14e dag in het bezit dient te zijn van de griffier van de raad. Aan het slot van de beslissing van de voorzitter is eveneens vermeld dat binnen 14 dagen na de verzending van de uitspraak verzet kan worden ingesteld waarbij eveneens uitdrukkelijk is vermeld dat het verzetschrift uiterlijk op de 14e dag na die verzending in het bezit dient te zijn van de griffier van de raad.

5.2 Blijkens de stukken is het verzetschrift van klaagster door haar op 12 maart 2013 per email verzonden. Echter niet aan de raad maar aan klaagster zelf. In de adressering ontbreekt de raad. Bij de raad is per post op 13 maart 2013 een door klaagster ondertekende uitdraai van de mail van 12 maart 2013 ontvangen. Het verzet is derhalve niet ingesteld binnen de vorenbedoelde termijn van 14 dagen. Het verzet is daarom niet- ontvankelijk, waarbij de raad opmerkt dat bij de behandeling van het verzet ook niet is gebleken van feiten en omstandigheden die tot een ander oordeel ten aanzien van de ontvankelijkheid nopen.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, C.A. de Weerdt, J.A. van Keulen en H.E. Meerman leden, bijgestaan door mr. M.C.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 september 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 24 september 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der  Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.