Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:185

Zaaknummer

R. 4246/13.153

Inhoudsindicatie

Door de raad wordt de beslissing van de voorzitter onderschreven. Het stond verweerder in de gegeven omstandigheden vrij het standpunt van zijn cliente te verwoorden zoals hij heeft gedaan. Verzet is ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 20 juni 2013 aan de Raad van Discipline, door de raad ontvangen op 21 juni 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 9 juli 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 10 juli 2013 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief van 17 juli 2013, door de raad ontvangen op 18 juli 2013, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van 9 september 2013 van de raad in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Klaagster werd ter zitting vergezeld door haar dochter. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 17 juli 2013.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter, waartegen klaagster in zoverre niet opkomt.

 

3 VERZET

3.1 Klaagster heeft geen gronden voor het verzet aangevoerd anders dan een herhaling dan wel nadere uitwerking van de klacht.

 

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. P.H Veling, voorzitter, mrs. L.P.M. Eenens, J.A. van Keulen, A.J.N. van Stigt, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 5 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

- verweerder.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.