Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:149

Zaaknummer

13-33

Inhoudsindicatie

Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

Uitspraak

Beslissing van 12 augustus 2013

in de zaak 13-33

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 februari 2013 op de klacht van:

klagers

tegen:

verweerder

advocaat te [plaats]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 28 januari 2013, met kenmerk RvT 1213-9574, door de raad ontvangen op 29 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 26 februari 2013 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 februari 2013 is verzonden aan klagers.

1.3 Bij brief van 28 februari 2013 door de raad ontvangen op 4 maart 2013, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 6 mei 2013 in aanwezigheid van klagers en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 28 februari 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klagers in verzet in zoverre niet opkomen.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Klagers stellen dat de voorzitter in r.o. 3.2 ten onrechte overwogen heeft dat zij in het intakegesprek met mr. X. geen melding hebben gemaakt van hun bezwaar rondom de overdracht van het dossier door DAS Rechtsbijstand aan het kantoor van verweerder.

3.3 Tevens stellen klagers dat in de beslissing van de voorzitter wordt miskend dat verweerder in strijd met regel 9 van de Gedragsregels heeft gehandeld.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.2 De raad voegt daaraan toe, in aanvulling op r.o. 3.2 van de beslissing van de voorzitter, dat ter zitting is gebleken dat klagers tijdens het eerste gesprek met mr. X. wel melding hebben gemaakt van hun bezwaar rondom de overdracht van het dossier door DAS rechtsbijstand naar het kantoor van verweerder. Klagers zijn echter desondanks met het kantoor van verweerder in zee gegaan. Klachtonderdeel a) is derhalve door de voorzitter terecht kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Ook de verder door klagers aangevoerde gronden kunnen naar het oordeel van de raad niet slagen. De voorzitter heeft de klacht ook overigens terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.4 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. P.J.F.M. de Kerf, P.R.M. Noppen, H.J.P. Robers, en E.A.T.M. Steverink, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 augustus 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 12 augustus 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.