Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:71

Zaaknummer

R. 4032/12.166

Inhoudsindicatie

Verzet.

Inhoudsindicatie

Het verzetschrift is buiten de verzettermijn bij de raad binnengekomen. Klager heeft het verzetschrift op 16 oktober 2012 naar een onjuist faxnummer verzonden. De ontvanger heeft het betreffende faxbericht in verband met vakantie op 28 oktober doorgefaxt naar het kantoor van verweerster, welk kantoor het oorspronkelijk bericht van klager van 14 oktober 2012 op 29 oktober 2012 heeft toegestuurd. Het verzetschrift is op 30 oktober 2012 binnengekomen, terwijl de verzettermijn eindigde op 17 oktober 2012.

Inhoudsindicatie

De raad overweegt dat klager geen bijzondere omstandigheden naar voren heeft gebracht die overschrijding van de verzettermijn kunnen rechtvaardigen. Het is niet aannemelijk geworden dat klager door een medewerkster van de griffie van de raad is meegedeeld dat hij nog een termijn zou krijgen om zijn verzet in te dienen.

Inhoudsindicatie

Klager is niet-ontvankelijk in zijn verzet.

Uitspraak

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 4 september 2012 met kenmerk K164 2011/2012 ew/sh, door de raad ontvangen op 5 september 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 2 oktober 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 3 oktober 2012 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief van 14 oktober 2012, door de raad ontvangen op 30 oktober 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij brief van 29 november 2012 heeft klager nogmaals verzet ingesteld tegen de voorzittersbeslissing van 2 oktober 2012.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 18 maart 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

 - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

   de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

 - het verzetschrift van klager d.d. 14 oktober 2012;

 - faxbericht van klager d.d. 29 november 2012.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1 Klager is directeur groot aandeelhouder van een vennootschap die gezamenlijk met de Rijksgebouwendienst eigenaar is van de onroerende zaak, alwaar één der partijen ten behoeve waarvan verweerster een concept intentieovereenkomst heeft opgesteld, huurder is.

2.2 Verweerster heeft een concept intentieovereenkomst opgesteld vanwege het feit dat de huurder voornoemd zijn onderneming wenste over te dragen aan een andere onderneming. In deze overeenkomst is de huurder door verweerster als “verkoper” opgenomen. De vennootschap van klager is in deze overeenkomst als “verhuurder” opgenomen.

2.3 Bij brief met bijlagen van 14 maart 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3 BEOORDELING

3.1 Op grond van artikel 46h lid 1 Advocatenwet kan de klager binnen 14 dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline. Nu vast staat dat verzending van het afschrift van de voorzittersbeslissing verzonden is op 3 oktober 2012, eindigde de verzettermijn op 17 oktober 2012 om 12:00 uur 's avonds. Vaste jurisprudentie is dat het risico van een niet-prompte postbestelling of onjuiste adressering voor rekening blijft van klager, behoudens bijzondere omstandigheden, die overschrijding van de verzettermijn kunnen rechtvaardigen.

3.2 Vast staat dat het verzetschrift van klager na de verzettermijn, namelijk pas op 30 oktober 2012, bij de Raad is binnen gekomen. Vast staat verder dat klager zijn verzetschrift, gedateerd 14 oktober 2012, op 16 oktober 2012 naar een onjuist faxnummer heeft verzonden. De ontvanger heeft het betreffende faxbericht, in verband met vakantie, op 28 oktober 2012 doorgefaxt naar het kantoor van verweerster. Het kantoor van verweerster heeft op 29 oktober 2012 het oorspronkelijk bericht van klager van 14 oktober 2012 aan de raad toegestuurd, alwaar het op 30 oktober 2012 is binnengekomen.

3.3 Klager heeft geen bijzondere omstandigheden naar voren gebracht die overschrijding van de verzettermijn kunnen rechtvaardigen. Het sturen van het verzetschrift naar een onjuist faxnummer, is een omstandigheid die in de risicosfeer van klager ligt. Klager heeft bij de behandeling van het verzet aangevoerd dat een medewerkster van de griffie van de raad van discipline hem op 30 oktober 2012 telefonisch meegedeeld heeft dat hij nog een termijn zou krijgen om zijn verzet in te dienen. Dat aan klager een dergelijke mededeling is gedaan is niet aannemelijk geworden, nog daargelaten dat die mededeling ruim na het verstrijken van de verzettermijn is gedaan en klager daaraan reeds daarom geen enkel recht had kunnen ontlenen.

3.4 Klager is derhalve niet-ontvankelijk in zijn verzet.

4 BESLISSING

De raad van discipline verklaart klager niet ontvankelijk.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. M. Aukema, W.J. Hengeveld, T. Hordijk, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 13 mei 2013.

griffier voorzitter                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 14 mei 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.