Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:193

Zaaknummer

13-114

Inhoudsindicatie

Met het gebruiken van informatie van vennootschap na faillissement ten behoeve van het belang van een schuldeiser/ pandhouder, is geen sprake van een tegenstrijdig belang met de aandeelhouder van de vennootschap. Klacht ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 18 november 2013

in de zaak 13-114

naar aanleiding van de klacht van:

de heer S

klager

tegen:

mr. G.

advocaat te Veenendaal

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 16 mei 2013 met kenmerk RvT 1213-9492/LB/sd, door de raad ontvangen op 17 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de brief van de deken zoals vermeld onder 1.1 met de aan de brief gehechte bijlagen, genummerd 1 t/m 7.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder is in 2008 opgetreden als advocaat van een vennootschap, [A B.V.], waarvan klager directeur grootaandeelhouder was, in verband met een vordering van deze vennootschap op een aannemer voor een bedrag van ca. € 60.000. Verweerder heeft over de mogelijkheden tot inning van de vorderingen advies uitgebracht. 

2.3    Medio 2009 ging de vennootschap failliet.

2.4    Omdat er door een bank een pandrecht  was gevestigd op de vordering van de vennootschap op de aannemer, werd de inning van de vordering ter hand genomen door deze bank.  Deze wendde zich in 2009 tot verweerder.

2.5    Verweerder heeft op 23 juli 2009 advies uitgebracht aan de bank over de mogelijkheden en de risico’s ter zake van het innen van de vordering van [A B.V.] op de aannemer en de kansen van eventuele reconventionele vorderingen van de aannemer op de vennootschap. Verweerder stelde in dit advies in te schatten dat in een eventuele procedure een bedrag van € 30.000 geïncasseerd zou kunnen worden.

2.6    Tussen de bank en de aannemer is in 2011 een schikking bereikt over de betaling van een bedrag van € 30.000 in verband met de vordering van de vennootschap op de aannemer en eventuele reconventionele vorderingen. 

2.7    Bij brief van 30 oktober 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerder door klager beschikbaar gestelde vertrouwelijke informatie heeft gebruikt om een derde, namelijk de bank te informeren en adviseren, en hierdoor klagers belang ernstig te schaden

b)    een onjuist advies uit te brengen waardoor hij klager financieel heeft gedupeerd.

3.2.    Klager stelt dat hij in zijn belang is geschaad omdat hij een borgstelling heeft afgegeven voor schulden aangegaan door de vennootschap waarvan hij directeur grootaandeelhouder was, zijnde [A B.V.].  

4    VERWEER

4.1    Verweerder stelt zich op het standpunt dat klager geen direct belang heeft en om die reden niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Voorts stelt verweerder geen tegenstrijdig belang te hebben gediend omdat verweerder klager zelf niet heeft geadviseerd. Verweerder heeft bij zijn advisering aan de bank geen vertrouwelijke informatie gegeven aan de bank: de relevante informatie is (ook) bij verweerder gekomen via de curator van [A. BV] respectievelijk de bank aan wie de vordering verpand was. Verweerder stelt ook niet verkeerd te hebben geadviseerd. Verweerder was niet bekend met de borgstelling van klager voor schulden van de vennootschap.

5    BEOORDELING

5.1.    De raad is van oordeel dat aan klager het klachtrecht toekomt. Uit de feiten en omstandigheden is immers gebleken dat klager directeur grootaandeelhouder was van de vennootschap waarvoor verweerder optrad en stond hij bovendien borg voor schulden van de vennootschap. Dit maakt dat klager voldoende belang heeft om een klacht tegen verweerder te kunnen indienen en klager in zijn klacht kan worden ontvangen.

5.2.    Uit het hetgeen in de stukken en ter zitting naar voren is gekomen leidt de raad af dat verweerder aanvankelijk van het bestuur van de vennootschap (met name van klager’s dochter) informatie heeft gekregen over de verpande vordering. Verweerder trad daarbij op als advocaat voor de vennootschap en niet voor klager zelf. 

De raad acht aannemelijk dat alle informatie die ten behoeve van de inning van de vordering van belang was, nadat er van faillissement van de vennootschap sprake was, door de curator ter beschikking werd gesteld aan de pandhouder, de bank, die vervolgens dit dossier ter advisering heeft voorgelegd aan verweerder. In het verlengde daarvan stond het verweerder naar het oordeel van de raad vrij de bank te informeren en adviseren over de vordering, zonder dat er daarmee sprake is van schending van een geheimhoudingsplicht en/of het dienen van een tegenstrijdig belang. Klachtonderdeel (a) is daarmee ongegrond. 

5.3.    Dat verweerder voorts onjuist zou hebben geadviseerd met schade tot gevolg is thans onvoldoende aannemelijk geworden.  Dit betekent dat klachtonderdeel (b) ook ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

-    verklaart de klacht in al zijn onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. drs. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mrs. F.A.M. Knüppe, C.J. Lunenberg-Demenint, P.J.F.M. de Kerf en G.R.M. van den Assum, leden, bijgestaan door mr. P.H. Burger als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 november 2013.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 20 november 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

en per gewone post aan:

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Midden Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.