Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:180

Zaaknummer

13-294

Inhoudsindicatie

Verweerder is in een procedure als advocaat opgetreden voor een groot aantal eisers, die zijn veroordeeld in de proceskosten. Een deel van de cliënten van verweerder heeft een/hun deel van de proceskosten aan hem betaald en een deel niet. Klager klaagt erover dat verweerder hem niet wil meedelen welke cliënten wel en welke cliënten niet hebben betaald. Omdat er geen wetsregel en ook geen gedragsregel bestaat op grond waarvan verweerder verplicht is aan klager mee te delen welke cliënten wel en welke cliënten niet hebben betaald is de klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 11 december 2013

in de zaak 13-294

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

advocaat te [X]

De voorzitter van de raad van discipline heeft kennisgenomen van de brief van de

deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 28 november 2013 met kenmerk RvT 1112-9335/LB/ml, door de raad ontvangen op 29 november 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder is voor 65 eisers opgetreden in een procedure tegen klager. Bij vonnis van 7 maart 2012 zijn eisers veroordeeld tot het betalen van de proceskosten ad € 12.978,50.

1.3 Aan dit vonnis is het vonnis van 2 februari 2011 in een incident voorafgegaan. Het incident betrof de vordering tot voeging, die verweerder voor 7 anders eisers heeft ingediend. De voeging is afgewezen en de 7 eisers zijn veroordeeld in de kosten van het incident ad € 452,-.

1.4 Via verweerder is ter zake van de proceskostenveroordelingen € 9.384,02 aan klager betaald.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij heeft geweigerd kenbaar te maken wie van zijn cliënten de proceskosten waartoe zij zijn veroordeeld nog niet hebben betaald.

Ter toelichting op zijn klacht heeft klager het volgende aangevoerd:

2.2 Zowel klagers advocaat als klager zelf hebben verweerder herhaaldelijk verzocht door te geven welke cliënten hebben betaald. Verweerder heeft slechts een stuk of vijf namen genoemd en reageert niet op herhaalde verzoeken om de overige namen te verstrekken.

2.3 Klager is daardoor niet in staat het resterende bedrag met behulp van de deurwaarder te innen want hij weet niet wie nog niet heeft betaald.

3. VERWEER

3.1 Verweerder is van oordeel dat hij niet verplicht is om klager te informeren welke cliënten een deel van de proceskostenveroordeling aan hem hebben voldaan.

4. BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2 De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerder als advocaat van klagers tegenpartij. Voorop staat dat ook naar vaste rechtspraak van het hof van discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de tegenpartij van de klager ervan moet worden uitgegaan, dat die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënten te behartigen op de wijze, die hem - in overleg met zijn cliënten - passend voor komt. De wederpartij zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen over de wijze van belangenbehartiging kunnen beklagen. Voor de tuchtrechter staat daarbij de wijze waarop de advocaat de zaak behandelt slechts ter beoordeling voor zover de advocaat zich bij die behandeling jegens de wederpartij heeft schuldig gemaakt aan enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daarvan is de voorzitter niet gebleken.

4.3 Er bestaat geen wettelijke regel op grond waarvan verweerder jegens klager verplicht is mee te delen welke cliënten wel en welke cliënten niet een of hun deel van de proceskostenveroordeling aan hem hebben voldaan.

4.4 Bij de beoordeling van het verzoek van klager is primair het belang van zijn cliënten leidend voor verweerder. Het was niet in het belang van zijn cliënten  dat verweerder de gevraagde informatie aan klager zou verstrekken. Daarom was het verweerder vanuit gedragsrechtelijk oogpunt niet toegestaan aan klager mee te delen welke cliënten hun of een deel van de proceskostenveroordelingen hebben voldaan.

4.5 Het hier voorgaande leidt tot het oordeel dat de klacht dat verweerder heeft geweigerd aan klager kenbaar te maken wie van zijn cliënten de proceskosten waartoe zij zijn veroordeeld nog niet hebben betaald kennelijk ongegrond is.

BESLISSING

De klacht van klager tegen verweerder is kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, met bijstand van mr. A. Huber als griffier op 11 december 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 december 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten