Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-06-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4449
Zaaknummer
13-143A
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij wegens niet beantwoorden e-mails kennelijk ongegrond. Gedragsregel 18. Ontbreken eigen belang.
Uitspraak
Beslissing van 10 juni 2013
in de zaak 13-143A
naar aanleiding van de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 29 mei 2013 met kenmerk 40-13-0655, door de raad ontvangen op 30 mei 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
1.2 Klager en zijn ex-echtgenote zijn al geruime tijd verwikkeld in procedures rondom een echtscheiding en boedelverdeling. Verweerder behartigt sinds ongeveer vijf jaar de belangen van de ex-echtgenote van klager.
1.3 Klager heeft zich met diverse e-mail rechtstreeks tot verweerder gericht. Verweerder heeft daarop niet gereageerd en de advocaat van klager verzocht om zijn cliënt er op te wijzen dat het hem niet vrijstaat om rechtstreeks met klager te communiceren.
1.4 Bij brief van 31 maart 2013 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder hem noch zijn advocaat heeft teruggebeld en op geen e-mail heeft gereageerd.
3 BEOORDELING
3.1 Gedragsregel 18 bepaalt dat een advocaat die zich in verbinding wil stellen met een wederpartij, waarvan hij weet dat deze wordt bijgestaan door een advocaat, dit slechts doet door tussenkomst van die advocaat, tenzij deze hem toestemming geeft om zich rechtstreeks tot diens cliënt te wenden. Naar vaste jurisprudentie van het hof van discipline geldt dat de Gedragsregels de normen onder woorden brengen, die naar de heersende opvatting in de kring der advocaten behoren te worden in acht genomen bij de uitoefening van het beroep van advocaat en zijn bedoeld als richtlijn voor de advocaat. Bij de beoordeling van een tegen een advocaat ingediende klacht dient de tuchtrechter het aan de advocaat verweten handelen of nalaten te toetsen aan de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. Bij deze toetsing zijn de Gedragsregels van belang.
3.2 Het voorgaande brengt mee dat de voorzitter van oordeel is dat het verweerder niet vrijstond om te reageren op de e-mails die klager hem rechtstreeks zond. Verweerder heeft dat op juiste wijze, namelijk door tussenkomst van de advocaat van klager, laten weten. Klager klaagt ook over het feit dat verweerder niet zou hebben gereageerd op e-mails en telefoontjes van zijn advocaat. Nog afgezien van het feit dat zulks op grond van de stukken van het dossier niet kan worden vastgesteld, heeft klager bij deze klacht geen belang, nu het aan de advocaat is om te klagen indien hij meent dat hij onvoldoende respons van zijn collega krijgt.
3.3 De klacht is kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 10 juni 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 10 juni 2013 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
en per gewone post aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.