Rechtspraak
Uitspraakdatum
28-01-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4100
Zaaknummer
R. 3995/12.129
Inhoudsindicatie
Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 28 juni 2012 met kenmerk K163 2011/2012 ew/nw, door de raad ontvangen op 29 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 11 juli 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 12 juli 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij brief van 26 juli 2012, door de raad ontvangen op 26 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 november 2012. Partijen zijn niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager het niet eens is met de uitspraak dat het de waarnemend deken vrij stond een machtiging te vragen. Volgens hem staat noch in de wet noch in enig reglement de regel dat de klacht niet wordt behandeld of doorgezonden als geen machtiging wordt overgelegd.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dit in de bestreden beslissing heeft vermeld.
5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de voorzitter. De voorzitter heeft terecht overwogen dat het de waarnemend deken vrij stond een machtiging te vragen. De raad verenigt zich derhalve met de beoordeling van de klacht(onderdelen) van de voorzitter en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mr. W.J. Hengeveld, mr. P.S. Kamminga, mr. G.J. Schipper en mr. C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 januari 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 29 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.