Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3863

Zaaknummer

R. 3985/12.119

Inhoudsindicatie

Geen gronden in verzet aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de klacht. Verzet ongegrond

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de Raad van Discipline van 7 juni 2012  met kenmerk K088 2011/2012, door de raad ontvangen op 8 juni 2012, heeft de deken voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 5 juli 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 10 juli 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 16 juli 2012, door de raad ontvangen op 18 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 november 2012 in aanwezigheid van verweerster. Klager is met schriftelijke vooraankondiging niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2    FEITEN EN KLACHT

Voor de beoordeling van de klacht en voor een weergave van de feiten en omschrijving van de klacht, waartegen klager in zoverre niet opkomt, verwijst de raad, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

 

3    VERZET

Er zijn geen gronden voor het verzet aangevoerd anders dan een herhaling dan wel uitwerking van de reeds ingediende klacht.

 

4    VERWEER

Ten aanzien van klachtonderdeel a

4.1    Verweerster heeft gesteld dat zij negatief heeft geadviseerd op het verzoek van klager om hoger beroep in te stellen. Verweerster heeft betwist dat zij de gemaakte afspraken omtrent het honorarium met mr. W. niet zou zijn nagekomen. Verweerster heeft de gehele behandeling van de zaak voor klager gedaan tegen een vooraf afgesproken bedrag van € 2.850,-- exclusief BTW en verschotten en exclusief een eventuele proceskostenveroordeling van de wederpartij. Verweerster was niet bereid om voor dit bedrag ook nog hoger beroep in te stellen temeer daar dit niet was afgesproken bij het overeenkomen van het vaste bedrag.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

4.2    Verweerster betwist dat zij de zaak in eerste aanleg verkeerd heeft behandeld dan wel verkeerd heeft aangepakt. Verweerster heeft  voorts gesteld dat tijdens de behandeling van de zaak en ook na verkrijging van het vonnis klager verweerster heeft bedankt voor de goede behandeling van de zaak.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

4.3    Verweerster betwist dat zij ten onrechte derdengelden heeft ingehouden. Ter zake heeft zij een door klager getekende verklaring overgelegd waaruit volgt dat hij heeft ingestemd met betaling van een gestort bedrag op de derdenrekening van verweerster.

 

5    BEOORDELING

5.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.2 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

 

6    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 januari 2013.

griffier    voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 16 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.