Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:80

Zaaknummer

6451

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging uitspraak raad over niet adequate dienstverlening in echtscheidingszaak. Schorsing 2 weken.

Uitspraak

Beslissing van 18 januari 2013

in de zaak 6451

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 23 april 2012, onder nummer M 233-2011, aan partijen toegezonden op 24 april 2012, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken is opgelegd en is bepaald dat de opgelegde maatregel openbaar dient te worden gemaakt door de deken op de in zijn arrondissement gebruikelijke manier. 

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 24 mei 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.

2.2 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 november 2012, waar klaagster en haar broer zijn verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat: verweerder te kort geschoten is in zorgvuldig en aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, immers:

a) Verweerder is vrijwel geheel onvoorbereid op de zitting van 7 juli 2010 verschenen.

b) Ondanks daarover met de voorganger van verweerder gemaakte afspraken heeft verweerder in de procedure geen kinderalimentatie verzocht. Later is door een opvolgend advocaat in hoger beroep dit resultaat wel bereikt. Ook heeft verweerder de wensen van klaagster ten aanzien van het ouderschapsplan niet aan de rechtbank kenbaar gemaakt.

c) Na de echtscheidingsbeschikking van 21 juli 2010 heeft klaagster herhaaldelijk gepoogd met verweerder een afspraak te maken om de beroepsmogelijkheid te bespreken. Zulks is haar niet gelukt en verweerder heeft haar enkele dagen voor het verstrijken van de beroepstermijn een akte van berusting toegezonden.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

- bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 23 april 2012, gewezen onder nummer M 233-2011.

- bepaalt dat de schorsing ingaat op 4 maart 2013, of, indien verweerder op die datum uit anderen hoofde is geschorst, onmiddellijk aansluitend op die schorsing.

 

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. A. Beker, P.M.A. de Groot-van Dijken, A.J.M.E. Arpeau en G.J. Niezink, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2013.