Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-06-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4442

Zaaknummer

12-362Alk

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. Klacht tegen plaatsvervangend deken. Verzet is niet ontvankelijk omdat de verzettermijn van veertien dagen is overschreden.

Uitspraak

Beslissing van 4 juni 2013

in de zaak 12-362Alk    

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 8 januari 2013 op de klacht van:

de heer

klager

tegen

de heer mr.

arrondissement Amsterdam

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 10 december 2012, door de raad ontvangen op 11 december 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Alkmaar de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 8 januari 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 9 januari 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij faxbrief van 24 januari 2013 door de raad ontvangen op 24 januari 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 april 2014 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager d.d. 24 januari 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Klager is van mening dat verweerder zijn ex-echtgenote in een bevoorrechte positie heeft gebracht, omdat zijn ex-echtgenote als advocaat een beroep kon doen op de interventie van de (plv.) deken. Het is verweerder niet toegestaan om zijn functie als (plv.) deken te misbruiken ten behoeve van privé-aangelegenheden van een collega.

3.3 Voorts heeft verweerder verantwoording geëist van de advocaat van klager over stellingen die in een procedure zijn ingenomen en aan de rechter zijn voorgelegd. Klager ziet dit als belangenbehartiging van zijn ex-echtgenote. Hierdoor heeft verweerder het zakelijk communiceren en het werken aan oplossingen gefrustreerd. De brief van verweerder van 13 oktober 2011 aan klagers advocaat had niet verzonden mogen worden.

4 BEOORDELING

4.1 Ingevolge artikel 46h lid 1 Advocatenwet dient binnen veertien dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter schriftelijk verzet te worden gedaan bij de raad. Dit voorschrift brengt mee dat het verzetschrift binnen die termijn door de raad moet zijn ontvangen. Het verzetschrift, dat op 24 januari 2013 per fax door de raad is ontvangen, is mitsdien te laat ingediend.

4.2 De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Klager heeft tijdens de mondelinge behandeling ook laten weten dat hij geen zwaarwegende argumenten heeft voor het te laat indienen van het verzetschrift. Door klager zijn voorts geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht. Integendeel, in het verzetschrift staat vermeld dat de beslissing van de voorzitter door klager op 12 januari 2013 per aangetekende post is ontvangen.

4.3 Het verzet tegen de beslissing van de voorzitter dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

 

 BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 8 januari 2013 niet-ontvankelijk.

  

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mr. A. de Groot, mr. B. Roodveldt, mr. B.J. Sol, mr. A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juni 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 4 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.