Rechtspraak
Uitspraakdatum
04-12-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2013:209
Zaaknummer
13-118A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Verzet ongegrond.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
Beslissing van 4 december 2013
in de zaak 13-118A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 4 juni 2013 op de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 8 april 2013 met kenmerk 1313-229, door de raad ontvangen op 13 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 4 juni 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 4 juni 2013 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 13 juni 2013 door de raad ontvangen op 14 juni 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 8 oktober 2013 in aanwezigheid van klager en verweerster, bijgestaan door mr. H.F. Doeleman. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 13 juni 2013.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard waarbij hij onvoldoende acht heeft geslagen op de door klager overgelegde stukken.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. J. van de Laar, B. Roodveldt, C. Wiggers, S. Wieberdink, leden, bijgestaan door mr. M.E. Coenraads als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 december 2013.
Griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 4 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
en per gewone post aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.