Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-08-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2013:56

Zaaknummer

13-193A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht tegen deken. Beleidsvrijheid. Geen verplichting om informatie te verstrekken aan derden.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van 13 augustus 2013

in de zaak 13-193A

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

De heer

klager

 

tegen:

 

de heer mr.

verweerder

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: “de voorzitter”) heeft kennisgenomen van de brief van de waarnemend deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 11 juli 2013, door de raad ontvangen op 16 juli 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

 

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

 

1.2 Klager heeft in het verleden een samenwerkingsverband gehad met mr X, advocaat te [Y]. Tussen klager en mr. X zijn conflicten gerezen omtrent de afwikkeling van deze samenwerking. Deze hebben geleid tot – onder meer – een klacht van klager tegen mr. X, die heeft geleid tot de beslissing van het Hof van Discipline d.d. 17 september 2012 (zaak 5977). Bij die beslissing van het Hof van Discipline is een gedeelte van de klacht van – onder anderen – klager tegen mr. X gegrond verklaard en is aan mr. X de maatregel van berisping opgelegd.

 

1.3 Klager heeft na voorafgaande correspondentie bij brief d.d. 10 januari 2013 aan mr. [Z]., in diens hoedanigheid van waarnemend deken van de Orde van Advocaten Noord-Holland verzocht, of veeleer geëist, om informatie te verstrekken omtrent de actie die de Raad van Toezicht tegen mr. X heeft ingesteld dan wel zou gaan instellen naar aanleiding van voornoemde beslissing van het Hof. Bij brief d.d. 17 januari 2013 heeft verweerder laten weten dat de gevraagde informatie niet aan klager zal worden verstrekt en het verzoek afgewezen, samengevat op de grond dat het advocatentuchtrecht geen bestuurlijke aangelegenheid is waarover op grond van art. 3 lid 1 WOB een ieder om informatie kan verzoeken. In deze brief d.d. 17 januari 2013 heeft verweerder klager gewezen op de mogelijkheid om tegen deze beslissing bezwaar te maken binnen 6 weken na 17 januari 2013.

 

1.4 Klager heeft geen beroep tegen deze beslissing ingesteld maar heeft bij brief van 25 januari 2013 wel een klacht tegen verweerder ingediend. Het betreft een klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten Noord-Holland. De voorzitter van de raad van discipline heeft de zaak op verzoek van verweerder doorverwezen naar de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam ter verdere behandeling.

 

 

2 KLACHT

 

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet nu hij het verzoek om informatie van klager  niet heeft ingewilligd.

 

 

3 BEOORDELING

 

3.1 Op de klacht kan met toepassing van artikel 46g Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

 

3.2 Naar vaste rechtspraak van de tuchtrechter geldt dat dekens in hun hoedanigheid van toezichthouder in hun arrondissementen, beleidsvrijheid hebben ten aanzien van de wijze waarop zij hun toezichthoudende taak uitvoeren. Die beleidsvrijheid brengt met zich mee dat het een deken vrijstaat om, indien de tuchtrechter in hoogste instantie een beslissing heeft gegeven omtrent een klacht en een maatregel heeft opgelegd, verder te handelen naar hetgeen hem goeddunkt zonder dat hij ter zake verantwoording verschuldigd is aan de initiële klager, wiens klacht tot de uitspraak van de tuchtrechter heeft geleid. Instructies, of als wensen geuite maatregelen, van de initiële klager kunnen bij de bepaling van het beleid worden betrokken doch de deken is, als gezegd, vrij om naar eigen bevind van zaken te handelen.

 

3.3 Voor zover klager het verweerder kwalijk neemt dat hij door verweerder niet wordt geïnformeerd over de communicatie, die mogelijk met mr. X is gevoerd over de opgelegde maatregel van het Hof van Discipline, geldt dat er geen rechtsgrond bestaat om op dergelijke informatie aanspraak te kunnen maken en op de deken geen verplichting rust die informatie te verstrekken .

 

3.4 De klacht is mitsdien kennelijk ongegrond.

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

 

 

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 13 augustus 2013.

griffier  voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 13 augustus 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager 

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

 

 

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.