Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:316

Zaaknummer

6635

Inhoudsindicatie

Bekrachtiging ongegrondverklaring klacht tegen deken over klachtbehandeling.

Uitspraak

Beslissing van 29 november 2013

in de zaak 6635

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 30 november 2012, onder nummer 104/11, aan partijen toegezonden op 3 december 2012, waarbij een klacht van klager tegen verweerder ongegrond is verklaard.

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als LJN YA 3800.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 december 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder;

- de brief van klager aan het hof van 23 januari 2013;

- de brief van klager aan het hof van 29 januari 2013;

- de brief van klager aan het hof van 11 februari 2013;

- de brief van klager aan het hof van 21 februari 2013;

- de brief van klager aan het hof van 24 mei 2013;

- de brief van klager aan het hof van 30 mei 2013;

- de brief van klager aan het hof van 7 juni 2013;

- de brief van klager aan het hof van 9 juli 2013;

- de brief van klager aan het hof van 27 juli 2013;

- de brief van klager aan het hof van 4 augustus 2013;

- de brief van klager aan het hof van 30 augustus 2013;

- de brief van verweerder aan het hof van 24 september 2013.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 30 september 2013, waar klager is verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

Verweerder de klachten van klager niet op de juiste wijze behandelt dan wel weigert in behandeling te nemen en/of door te zenden aan de raad van discipline.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. Ook het hof heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder te kort geschoten is.

5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 30 november 2012, gewezen onder nummer 104/11.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. G.J. Niezink, W.A.M. van Schendel, W.F. van Zant en J.R. Krol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A.H. Holm-Robaard, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2013.