Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-12-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:335

Zaaknummer

6717

Inhoudsindicatie

Het stond verweerder niet vrij in een incassozaak tegen klager op te treden, omdat verweerder eerder voor klager in o.a. boedelscheiding heeft opgetreden en daardoor op de hoogte was van de financiele postie van klager. Berisping.

Uitspraak

Beslissing van 6 december 2013

in de zaak 6717

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klager

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 28 januari 2013, onder nummer12-175, aan partijen toegezonden op 28 januari 2013, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder klachtonderdeel a gegrond is verklaard en klachtonderdeel b ongegrond is verklaard en waarbij aan verweerder als maatregel een berisping is opgelegd. 

De beslissing is gepubliceerd op tuchtrecht.nl als LJN YA 3957.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 27 februari 2013 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 7 oktober 2013, waar verweerder is verschenen. Klager is niet verschenen.

3 KLACHT

In hoger beroep is enkel klachtonderdeel a aan de orde. In dat onderdeel verwijt klager aan verweerder:

a) dat hij ten onrechte heeft opgetreden voor P/T tégen klager, aangezien verweerder jarenlang als advocaat vóór klager heeft opgetreden en verweerder daarbij gebruik maakt van gegevens die klager hem als zijn advocaat heeft verstrekt.

4 FEITEN

In onderdeel 2 van zijn beslissing heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. Het hof neemt deze vaststelling over nu deze in appel, en voor zover in hoger beroep van belang, niet is betwist.

5 BEOORDELING

Vast staat dat verweerder klager in het verleden heeft bijgestaan, onder andere in een boedelscheiding, en daardoor op de hoogte was van de financiële positie van klager en de samenstelling van diens vermogen. Reeds om deze reden stond het verweerder niet vrij om in een incassozaak tegen klager op te treden. Klachtonderdeel a is daarom terecht gegrond verklaard.

Met de raad acht het hof het opleggen van de maatregel berisping passend en geboden. De daartegen gerichte grief faalt.

De grieven behoeven geen verdere behandeling.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 28 januari 2013, nummer 12-175.

 

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. A. Beker, A.B.A.P.M. Ficq, A. Minderhoud en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Stevens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2013.