Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:97

Zaaknummer

OB 111-2013

Inhoudsindicatie

Essentie:

Inhoudsindicatie

Verzet is niet tijdig ingesteld. Termijnoverschrijding is niet verschoonbaar. Verzet niet ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 21 oktober 2013

in de zaak OB 111 - 2013

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 april 2013 op de klacht van:

 

A

 

       

klager

 

tegen:

 

B

 

                                        verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 3 april 2013 met kenmerk K, door de raad ontvangen op 4 april 2013, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement OB de klacht ter kennis van de raad gebracht. Bij beslissing van 26 april 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 3 mei 2013 is verzonden aan klager. Bij brief van 28 mei 2013, door de raad ontvangen op 28 mei 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De ontvankelijkheid van het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 2 september 2013 in aanwezigheid van klager. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.2      De raad heeft kennisgenomen van:

-      de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de daarin vermelde stukken;

-      het verzetschrift van klager d.d. 28 mei 2013;

-      de nagekomen brief van verweerder van 6 juni 2013.

-      de nagekomen brief van verweerder van 12 juni 2013.

 

2          FEITEN

De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

 

3          klacht EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk          verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

          Verweerder heeft geweigerd een procedure te voeren tegen de provincie NB, dan wel de gemeente X.

3.2     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergeven in:

          Er is alleen telefonisch melding van is gemaakt dat verweerder de zaak niet zou behandelen, zonder dat een toelichting is gegeven. Er is ook geen overeenkomst getekend over werkzaamheden en door het kantoor van verweerder verzonden. Klager is van mening dat verweerder verplicht is zijn zaken te behandelen.

         

4.       VERWEER

4.1     Verweerder stelt zich op het standpunt dat klager niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzet.

 4.2    Voor zover de termijnoverschrijding verschoonbaar was en klager wel ontvankelijk moet worden verklaard, stelt verweerder zich op het standpunt dat in het ingediende verzetschrift geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gesteld, die tot een ander oordeel zouden kunnen of moeten leiden dan het oordeel van de voorzitter in de voorzittersbeslissing van 26 april 2013. De relevantie van de door klager toegezonden creditnota’s ontgaat verweerder.

 

5.       BEOORDELING VAN HET VERZET

            De beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 april 2013 is op 3 mei 2013 aan klager toegezonden. In die beslissing staat dat verzet kan worden ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift, waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn voor het indienen van verzet bedraagt 14 dagen. Deze termijn begint op de dag volgende op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de 14e dag van deze termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk. Het voorgaande betekent dat, nu de beslissing van de voorzitter op 3 mei 2013 is verzonden, het verzet uiterlijk op 17 mei 2013 had moeten worden ingediend. Klager heeft zijn verzet 11 dagen na het verstrijken van die termijn bij de griffie ingediend, te weten op 28 mei 2013. In zijn verzetschrift geeft klager aan, overigens zonder dat nader te onderbouwen, dat hij later reageert in verband met medische klachten. Tijdens de mondelinge behandeling gaf klager echter aan dat hij, na zijn medische klachten, van 2 tot en met 27 mei op vakantie is gegaan. Gelet op het feit dat de termijnoverschrijding is veroorzaakt door de vakantie van klager, moet de raad constateren dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Klager heeft derhalve niet tijdig verzet ingesteld, zodat hij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzet.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

 

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, A. Groenewoud, A.A. Freriks, R.G.A.M. Theunissen, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 oktober 2013.                    

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 oktober 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:                   

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement OB

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.