Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-07-2013
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2013:247
Zaaknummer
R. 3971/12.105
Inhoudsindicatie
Verzet. Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 29 mei 2012 met kenmerk K126 2011/2012 nw/kme, door de raad ontvangen op 31 mei 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 25 juni 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 juni 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij brief van 6 juli 2012, door de raad ontvangen op 10 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter. Bij brief van 10 mei 2013 heeft klager zijn verzet aangevuld.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 27 mei 2013 in aanwezigheid van verweerder. Klager is met voorafgaand bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat door de plaatsvervangend voorzitter ten onrechte voorbij is gegaan aan de stellingen van klager.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De raad verenigt zich met de uitgangspunten voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter die onder nummer 3.1 en 3.2 van de bestreden beslissing heeft vermeld.
5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de klacht, dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, T. Hordijk, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juli 2013.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 16 juli 201 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.