Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:64

Zaaknummer

12-233

Inhoudsindicatie

dekenbezwaar wegens het niet tijdig indienen van CCV gegrond; niet voortvarend reageren op verzoeken van de deken

Uitspraak

Beslissing van 6 mei 2013

in de zaak 12-233

naar aanleiding van het dekenbezwaar van:

de deken van de orde van advocaten in het voormalig arrondissement Zutphen 

tegen:

mr. .L.

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 6 december 2012, door de raad ontvangen op 11 december 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement Zutphen het bezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 11 maart 2013 in aanwezigheid van de deken. Verweerder is niet verschenen maar vertegenwoordigd door een advocaat, de heer mr. P.J.J. Engbertsen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken zoals vermeld in de brief van de deken.

2 FEITEN

2.1. Bij brief van 17 april 2012 heeft de voormalig deken te Zutphen verweerder verzocht de aangifte Centrale Controle Verordeningen (verder CCV) over het jaar 2011 alsnog in te vullen daar reeds was verzuimd deze voor 28 maart 2012 in te dienen.

2.2. Op 5 juni 2012 berichtte verweerder aan de deken dat hij voldoende punten had behaald met door hem gevolgde en gegeven scholingen, dat er een kantoorhandboek was en een aansprakelijkheidsverzekering was afgesloten.

2.3. Namens de deken werd verweerder bij mailbericht van 12 juli 2012 verzocht alsnog de aangifte CCV in te vullen.

2.4. Bij mailbericht van 15 augustus 2012 werd dit verzoek herhaald door de deken.

2.5. Op 9 oktober 2012 bevestigde de deken dat met verweerder in een telefoongesprek was afgesproken dat op korte termijn een aangifte CCV zou worden ingevuld en anders een dekenbezwaar tegen verweerder zou worden ingediend.

2.6. Vervolgens berichtte verweerder op 17 oktober 2012 in afwachting te zijn van een inlognaam en wachtwoord, nodig voor het invullen van de aangifte CCV.

2.7. Nadat de Nederlandse Orde van Advocaten op 28 november 2012 berichtte dat inlognaam en wachtwoord op 19 oktober 2012 aan verweerder waren verstrekt, werd op 6 december 2012 de onderhavige klacht ingediend.

3. KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in strijd met gedragsregel 37 op 6 december 2012 nog geen aangifte CCV bij de Orde had ingediend.

4. VERWEER

Het verweer luidt dat verweerder weliswaar niet voor 6 december 2012 de aangifte CCV heeft ingediend maar dit wel nadien heeft gedaan. Voorts heeft verweerder voordien wel relevante informatie aan de deken verstrekt.

5. BEOORDELING

5.1. Uit hoofde van het bepaalde in de Verordening op de administratie en financiële integriteit en de Verordening op de vakbekwaamheid is verweerder gehouden om tijdig aangifte te doen van zijn inspanningen waar het gaat om het onderhouden of ontwikkelen van zijn professionele kennis en kunde.

5.2. De raad stelt vast dat verweerder ten tijde van het indienen van het dekenbezwaar die aangifte over het jaar 2011 nog niet had gedaan en daarmee niet had voldaan aan zijn verplichtingen uit hoofde van de onder 5.1 genoemde verordeningen. Het bezwaar is derhalve gegrond.

5.3. Voorts stelt de raad vast dat verweerder niet voortvarend op de diverse verzoeken van de (stafmedewerkster van) de deken tot het doen van aangifte heeft gereageerd. De raad neemt daarbij in aanmerking dat de deken de hem in de Advocatenwet opgedragen taken (in het kader van het tuchtrecht) niet naar behoren kan vervullen, indien de advocaat zijn verplichting om aanstonds te reageren op verzoeken van de deken verzaakt.

6. MAATREGEL

Verweerder heeft in strijd gehandeld met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt door niet te voldoen aan zijn aangifteverplichting in het kader van de aangifte CCV en door niet te reageren op de herhaaldelijke verzoeken van de deken. Gelet op alle omstandigheden van het geval, acht de raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.

7. BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het bezwaar gegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van een enkele waarschuwing.

Aldus gewezen door mr B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, mrs. A.T. Bolt, H. Dulack, J.A. Holsbrink en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. P.H. Burger als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 mei 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 6 mei 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.