Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-09-2013

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2013:265

Zaaknummer

6876

Inhoudsindicatie

Hoger beroep niet-ontvankelijk. Art. 46h lid 4 Adv. wet.

Uitspraak

Beslissing van 20 september 2013

in de zaak 6876

naar aanleiding van het hoger beroep van:

wonende te Appelscha

klager

tegen:

advocaat te Leek

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 14 juni 2013, onder nummer 71/12, aan partijen toegezonden op 17 juni 2013, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 14 mei 2012 (waarbij klachtonderdeel kennelijk ongegrond is verklaard en klager in klachtonderdeel kennelijk niet-ontvankelijk is geoordeeld) ongegrond is verklaard.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 21 juni 2013 ter griffie van het hof ontvangen. Verweerder heeft gereageerd bij e mail van 21 augustus 2013.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de beslissing van de voorzitter van 14 mei 2012, en het verzetschrift van klager van 23 mei 2012, ontvangen door de griffie van de raad op 24 mei 2012.

2.3 De zaak is mondeling behandeld op de zitting van het hof van 23 augustus 2013, waar klager is verschenen.

3 DE BEOORDELING

3.1  Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad waarbij een klacht als kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.

Dit betekent, dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 14 juni 2013, nr. 71/12.

 

De beslissing is verzonden op 20 september 2013.