Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-01-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4087

Zaaknummer

R. 4028/12.162

Inhoudsindicatie

Klagers hebben geklaagd over verweerder in zijn hoedanigheid van lid van de Raad van Toezicht voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Inhoudsindicatie

De Raad onderschrijft de beoordeling van de voorzitter en overweegt dat klagers in het verzet niets hebben aangevoerd dat leidt tot een ander oordeel dan dat de voorzitter heeft gegeven.

Inhoudsindicatie

De Raad oordeelt met betrekking tot één van de klagers voorts dat voor mr. Z. het rechtsmiddel van verzet niet openstaat aangezien hij geen klager is in de zaak.

Uitspraak

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 20 augustus 2012 met kenmerk R 11/12/83 cij, door de raad ontvangen op 21 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 10 september 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 10 september 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brieven van 20 september 2012 en 21 september 2012, beide door de raad ontvangen op 21 september 2012, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 19 november 2012 in aanwezigheid van klager sub 2, tevens optredende als gemachtigde voor klagers sub 1 en 3. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

    - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

    de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

    - de verzetschriften van klagers d.d. 20 september 2012 en 21 september 2012;

-    de brief met bijlagen van 2 november 2012 van klagers.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1    Verweerder is naast advocaat tevens portefeuillehouder Cassatiebalie als lid van de Raad van Toezicht voor de orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

2.2    Verweerder heeft namens de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden een brief gedateerd 30 januari 2012 opgesteld en verzonden naar cliënten van mr. X.

2.3    Aan mr. X. is in vijf tuchtrechtelijke zaken door het Hof van Discipline op 13 januari 2012 de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

2.4    Bij brief met bijlagen van 9 februari 2012 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klagers verwijten verweerder meer in het bijzonder dat hij ongevraagd een advocaten-aanbevelingslijstje aan de cliënten van mr. X. heeft doen toekomen. Door deze handelwijze is maatschappelijke onrust ontstaan onder justitiabelen en onder andere rechtshulpverleners. Voorts is onvoldoende toegezien op een goede vorm van voldoende toevoegingsmogelijkheden.

3.3    In het verzet hebben klagers het in het dekenonderzoek gestelde nog kort herhaald.

4    BEOORDELING

4.1    Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de

beoordeling van de voorzitter. Hetgeen klagers in het verzet hebben aangevoerd is niet meer dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de voorzitter heeft gegeven.

4.2    Volledigheidshalve merkt de raad – naar aanleiding van een opmerking van klager sub 2 ter zitting – op dat het rechtsmiddel van verzet niet voor mr. Z. openstaat aangezien hij in onderhavige zaak geen klager is.

5.    BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. M. Aukema, R. de Haan, J.P. Heinrich, H.E. Meerman, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 januari 2013.

griffier    voorzitter                           

 

Deze beslissing is in afschrift op 22 januari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klagers

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.