Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-11-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2013:90

Zaaknummer

OB 89 - 2013

Inhoudsindicatie

 

Niet gebleken datverweerder zijn taak als deken bij de behandeling van de klachten van klagers tegen mr. X heeft verwaarloosd danwel dat hij de rechtspleging door de rechtbank heeft gefrustreerd.

            Verzet ongegrond

Uitspraak

 

 Beslissing van 4 november 2013

 in de zaak OB 89 - 2013

 

van de op 16 september 2013 in het openbaar gehouden    behandeling van de klacht van

 

 

klagers

 

 

tegen:

 

 

 

                                        verweerder

 

 

 

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 19 maart 2013   met kenmerk 48/13/014K , door de raad ontvangen op 20 maart 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         Bij beslissing van 15 april 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 19 april 2013 is verzonden aan klager.

1.3         Bij brief van 25 april 2013 , heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4         Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 september 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5         De raad heeft kennisgenomen van:

-           de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

       de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

-           het verzetschrift van klager d.d. 25 april 2013;

-           de brief van klager dd. 15 april 2013, met bijlagen;

-           de brief van klager dd. 14 augustus 2013.

 

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, uitgegaan van de door de voorzitter in zijn beslissing van 15 maart 2013 vastgestelde feiten.

 

3               KLACHT EN VERZET

                                                                                                   

3.1         De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

de beslissing van de voorzitter in strijd is met de Advocatenwetgeving.

 

4               BEOORDELING

4.1         De voorzitter heeft de inhoud van de klacht als volgt geformuleerd:

                        Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat:

1.      verweerder zijn taak als deken onvoldoende heeft verwaarloosd bij de behandeling van de klachten van klagers tegen mr. X

2.      verweerder de rechtspleging door de rechtbank heeft gefrustreerd.

De raad stelt vast dat klachtonderdeel 1 in die zin onjuist is geformuleerd, dat het woord “onvoldoende” abusievelijk in de omschrijving van dit klachtonderdeel is opgenomen. Gelet op de beoordeling van de voorzitter van dit klachtonderdeel is het evident dat hier sprake is van een kennelijk vergissing, zodat de raad de omschrijving van klachtonderdeel 1 als volgt verbetert:

1.      verweerder zijn taak als deken heeft verwaarloosd bij de behandeling van de klachten van klagers tegen mr. X.

 

 4.2    Het onderzoek in verzet heeft niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt.

 

 4.3 Ten aanzien van de door klager ter zitting van de raad geformuleerde verzoeken dan wel eisen overweegt de raad dat de raad geen andere bevoegdheid toekomt dan het beoordelen van aan de raad voorgelegde klachten. De raad kan op grond hiervan niet tegemoetkomen aan de verzoeken en eisen van klager.

 4.4 De raad zal op grond van het bovenstaande, met verbetering van de omschrijving van klachtonderdeel 1, het verzet ongegrond verklaren.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet ongegrond

 

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. A.L.W.G. Houtakkers, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans, J.F.E. Kikken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 november 2013 .

 

griffier                                                               voorzitter                                     

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 5 november 2013

 

per aangetekende brief verzonden aan:

 

-       klager

-       verweerder

-       de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement

    Oost-Brabant

-       de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.