Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-05-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2013:57

Zaaknummer

R. 4061/12.195

Inhoudsindicatie

Verzet.

Inhoudsindicatie

Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 26 oktober 2012  met kenmerk R 12/13/06 cij, door de raad ontvangen op 29 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 27 november 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 28 november 2012 aan partijen is verzonden.

1.3 Bij brief gedateerd 10 december 2012, doch per fax verzonden aan de raad en door de raad ontvangen op 9 december 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Bij brieven van 7 maart en 11 maart 2013 zijn nog stukken nagekomen.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 25 maart 2013 in aanwezigheid van klager, zijn echtgenote en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

 

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

 

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat: door de voorzitter niet inhoudelijk is ingegaan op de klacht.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

 

5 BEOORDELING

5.1 De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de verschillende onderdelen van de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

5.3 Ten overvloede overweegt de raad wel, dat de handelwijze van verweerder niet de schoonheidsprijs verdient. Het was beter geweest wanneer er schriftelijke vastlegging had plaatsgevonden door verweerder van de te volgen strategie. Met de e-mail van 19 december 2011 heeft verweerder begrijpelijkerwijs verwachtingen gewekt en toen daaraan niet werd voldaan, ontstond bij klager frustratie. Klaarblijkelijk was de relatie tussen partijen op dat moment al gespannen. Juist daarom was het wellicht beter geweest in de mail van 19 december 2011 niet een aanzegging voorlopige voorziening op te nemen. Klachtwaardig is dit alles echter niet.

 

6 BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. P.J.E.M. Nuiten, T. Hordijk, A.J.N. van Stigt en C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 mei 2013.

griffier voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 mei 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.