Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-10-2013

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2013:210

Zaaknummer

13-248

Inhoudsindicatie

Klachten kennelijk ongegrond. Klacht hangt samen met een klacht die reeds bij voorzittersbeslissing is afgedaan en waarvan klager verzet heeft ingesteld.

Uitspraak

Beslissing van 28 oktober 2013

in de zaak 13-248

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [    ]

klager

tegen:

mevrouw mr. [    ]

verweerster

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 9 oktober 2013 met kenmerk[    ], door de raad ontvangen op 10 oktober 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken. Bij brief van 14 oktober 2013 heeft de deken de aanbiedingsbrief van 9 oktober 2013 vervangen door de bij de brief van 14 oktober 2013 bijgevoegde aanbiedingsbrief. Deze brief is door de raad ontvangen op 15 oktober 2013.

1    FEITEN

1.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2    Klager heeft eerder een klacht ingediend tegen verweerster. Naar aanleiding van de eerste klacht heeft verweerster verweer gevoerd. De klacht is bij voorzittersbeslissing van 19 juni 2013 afgedaan. Het klachtonderdeel dat betrekking had op het informeren van klager door verweerster over de plaats waar de mondelinge behandeling plaats zou vinden, is door de voorzitter afgewezen als van onvoldoende gewicht. Tegen de voorzittersbeslissing is klager in verzet gekomen. Op het verzet van klager is nog niet beslist. Klager heeft zich op 24 juni 2013 wederom tot de deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland gewend met een klacht over verweerster.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerster:

a.    in haar schriftelijk verweer inzake een eerder door klager ingediende klacht te liegen over het feit of er al dan niet een rij stond voor de centrale balie van het gerechtshof Den Haag ten tijde van de zitting van klager;

b.    in haar schriftelijke verweer niet te reageren op alle klachten van klager.

3    VERWEER

3.1    Verweerster heeft aangevoerd dat zij niet meer weet uit hoeveel personen de rij bij de centrale balie bij het gerechtshof bestond. Dat is ook niet relevant. Verweerster heeft klager behulpzaam willen zijn door hem te informeren over de verdieping waarop de zitting plaats zou vinden, zodat klager zich niet hoefde aan te sluiten bij de rij. Verweerster is van mening voldoende op de klachten van klager te hebben gereageerd.

4    BEOORDELING

4.1    Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2    Klachtonderdeel a.

Verweerster heeft klager behulpzaam willen zijn door hem te informeren op welke verdieping de behandeling van het hoger beroep plaats zou vinden. Of dat nou wel of niet nuttig of noodzakelijk was omdat er een rij stond bij de centrale balie, die kwestie heeft weinig tot niets om het lijf. Als het al onjuist zou zijn geweest dat er een (grote of kleine) rij stond, dan is het niet aannemelijk dat verweerster daaromtrent in die eerdere klachtprocedure welbewust een leugen heeft gedebiteerd.

4.3    Klachtonderdeel b.

Het is niet aan klager om te bepalen wat verweerster wel of niet in haar verweerschrift naar aanleiding van de klacht van klager wenst aan te voeren en op te nemen en of een afdoende reactie tegen de door klager geformuleerde klachten is gegeven. Klagers bezwaren daaromtrent horen in de eerdere, nog niet afgewikkelde, zaak thuis.

BESLISSING

Wijst de beide klachtonderdelen af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. P.J.G. van den Boom als griffier op  28 oktober 2013

griffier     voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 oktober 2013 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

en per gewone post aan:

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten